What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 10 - V3.3 - ropa, colores y estampados
La clase de español - V3.3
miércoles, 10 de febrero de 2021
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
La clase de español - V3.3
miércoles, 10 de febrero de 2021
Slide 1 - Slide
Escribe la fecha de hoy
día / mes / año
timer
0:30
Slide 2 - Open question
Objetivo de la clase
Aan het einde van de les weet je hoe je moet zeggen welke print een kledingstuk heeft en van welke stof het is gemaakt.
Aan het einde van de les weet je hoe je moet vragen naar de prijs en hoe je moet zeggen hoeveel iets kost.
Slide 3 - Slide
Ejercicio A (solución)
Escribe 1 hasta 6 en tu
cuaderno
¿Qué ropa se menciona en
cada fragmento?
¡Escúchame!
Slide 4 - Slide
Ejercicio A (solución)
1 = E + H
2 = A + C
3 = D + G
4 = B + K
5 = L
6 = E + I
¡Escúchame!
Slide 5 - Slide
Materiales
Wat valt je op bij bijna alle stoffen?
Slide 6 - Slide
Estampados
Wat valt je op bij bijna alle printjes?
Slide 7 - Slide
Ejercicio
Bekijk dit interactieve filmpje en beantwoord de vragen die tijdens het kijken worden gesteld.
Slide 8 - Slide
7
Slide 9 - Video
00:07
¿Qué son "las rebajas"?
Slide 10 - Open question
00:27
La camiseta de manga larga es . . .
A
delunares
B
de rayas
C
de cuadros
D
de flores
Slide 11 - Quiz
00:48
La bufanda de este señor es
A
de cuadros
B
de rayas
C
de lunares
D
de flores
Slide 12 - Quiz
00:53
El bolso es . . .
A
amarillo
B
amarilla
Slide 13 - Quiz
02:11
Wanneer zeg je
1 - ¿Cuánto cuesta?
2 - ¿Cuánto cuestan?
Slide 14 - Open question
02:16
¿Cuánto cuesta la camiseta negra?
Er zijn meer antwoorden goed
A
Cuesta siete euros con noventa y cinco céntimos
B
Cuesta nueve euros con noventa y cinco céntimos
C
9,95 eur
D
7,95
Slide 15 - Quiz
02:36
Welke werkwoorden gebruiken we om te zeggen hoeveel iets kost?
Slide 16 - Open question
Preguntar por el precio: valer / costar
¿Cuánto cuesta la falda negra?
¿Cuánto vale la falda negra?
¿Cuánto cuestan los vaqueros?
¿Cuánto valen los vaqueros?
Slide 17 - Slide
Decir el precio: valer / costar
La falda
cuesta
15 euros con cincuenta céntimos
La falda
vale
15 euros con cincuenta céntimos
Los vaqueros
cuestan / valen
treinta y nueve euros con noventa y cinco centímos
Slide 18 - Slide
Practicamos
Slide 19 - Slide
Practicamos
Slide 20 - Slide
Heb jij je doel bereikt?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 21 - Poll
Heb je het doel bereikt?
Zo ja, leg uit hoe?
Zo nee, leg uit waarom niet?
Slide 22 - Open question
Los deberes
Leren
La ropa, los colores, los materiales y estampados (s-n en n-s)
Leren hoe je naar de prijs vraagt en hoe je de prijs zegt.
En alles van tema 4
Pepe
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Les 10 - V3.2 - ropa colores estampados + pepe
May 2023
- Lesson with
40 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 10 - V3.2 - ropa colores estampados + pepe
November 2023
- Lesson with
52 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 5 - U3 - La tienda de ropa - ZWT
February 2023
- Lesson with
17 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Voorbereiding MO
January 2024
- Lesson with
33 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Unidad 4 Tener qué y cuesta
January 2023
- Lesson with
28 slides
Spaans
WO
Studiejaar 2
Voorbereiding MO
December 2023
- Lesson with
42 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Week 4 Online
January 2021
- Lesson with
12 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
La tienda de ropa
April 2023
- Lesson with
10 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3