STARTKLAAR? Ga op je plek zitten - Doe je jas uit - Telefoon in het Zakkie
Oortjes uit - Boek en etui op tafel - Tas op de grond
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welcome ZK2A
STARTKLAAR? Ga op je plek zitten - Doe je jas uit - Telefoon in het Zakkie
Oortjes uit - Boek en etui op tafel - Tas op de grond
Slide 1 - Slide
PTO 2 - Week 5 - les 1
Today's mission:
You can give advice and reassure someone.
Slide 2 - Slide
Speaking & Stones 52a - page 108
Slide 3 - Slide
Speaking & Stones 52 - page 108
Slide 4 - Slide
Speaking & Stones 52 - page 108
Slide 5 - Slide
Speaking & Stones 53b - page 109
Slide 6 - Slide
Speaking & Stones 54a - page 110
Slide 7 - Slide
Speaking & Stones 54d - page 110
Slide 8 - Slide
Speaking & Stones 55 - page 111
Slide 9 - Slide
Can you give advice and reassure someone?
Slide 10 - Slide
Homework
Do:
Werk aan NUMO Engels!
Study:
Stone 6, page 108/120
Slide 11 - Slide
blooket
vocabulary A, B, C & D
Slide 12 - Slide
PTO 2 - Week 5 - les 2
Today's mission:
You can use adjectives in a sentence.
Homework check
Slide 13 - Slide
Writing & Grammar 32a - page 144
Slide 14 - Slide
Writing & Grammar 32b - page 144
Slide 15 - Slide
Writing & Grammar 33a - page 144/145
Slide 16 - Slide
Je kan ook een adjective (bijvoeglijk naamwoord) aan de zin toevoegen. Een adjective zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Je zet het er ook voor.
He watched a funny film.
They bought a lovely dress.
We had a good time.
Slide 17 - Slide
Soms zet je een adjectiveachter een werkwoord. Dan geeft het adjective extra informatie over het onderwerp van de zin.
Dit is bij ww als: to be / look / appear / seem
She looks amazing in her dress.
I am curious to see that new film.
They seem focussed on their homework.
Slide 18 - Slide
Writing & Grammar 34c - page 146
Slide 19 - Slide
Can you use adjectives?
Slide 20 - Slide
Writing & Grammar 35 - page 146 = homework
Slide 21 - Slide
Writing & Grammar
Write two sentences:
criteria:
1 - Use at least 7 words in each sentence.
2 - Use the past simple.
3 - Use one adjective in each sentence.
4 - Use capitals & punctuation correctly.
5 - Use the correct word order.
Slide 22 - Slide
Write two sentences: criteria: 1 - Use at least 7 words in each sentence. 2 - Use the past simple. 3 - Use one adjective in each sentence. 4 - Use capitals & punctuation correctly. 5 - Use the correct word order.