Novelle kort verhaal roman

Vierde klas
overeenkomsten en verschillen kort verhaal, novelle en roman
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vierde klas
overeenkomsten en verschillen kort verhaal, novelle en roman

Slide 1 - Slide

Een filmpje over de vorm van verhalen
Door Kurt Vonnegut

in het Engels, maar dat kunnen jullie wel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Vraag over filmpje Kurt
Kun je sprookjes vangen in een schema?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Waarom gaat Assepoester niet terug naar het absolute minimum?
A
ze heeft goede herinneringen
B
dat is zielig
C
je kunt nooit terug naar het minimum

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Welke kenmerken van een kort verhaal zitten in Satanies geheugen?Geef korte toelichting.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Kinderjaren is een novelle. Geef een kenmerk met een toelichting

Slide 10 - Open question

In een novelle staat nooit een motto
A
dat klopt
B
dat kan wel

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is een overeenkomst tussen een mythe en een legende?
A
het gaat over goden en halfgoden
B
er wordt een verklaring gegeven voor een gebeurtenis
C
ze hebben een religieuze betekenis
D
ze staan in de bijbel

Slide 16 - Quiz

Wat is een verschil tussen een mythe en een legende?
A
de ene is echt gebeurd, de andere niet
B
de ene is niet-christelijk en de ander is christelijk
C
de lengte van de tekst
D
de ene rijmt, de andere niet

Slide 17 - Quiz

Wat is een overeenkomst tussen een sprookje, fabel en een parabel?
A
de lengte
B
de hoofdpersonen
C
er zitten pratende dieren in
D
er zit een les of moraal in

Slide 18 - Quiz

Wat is een antiheld?
A
dat is de schurk
B
dat is een bijfiguur
C
daar loopt het altijd slecht mee af
D
niet alles lukt waardoor identificatie soms lastig is

Slide 19 - Quiz

Wat is een klassiek motief?
A
een muziekstuk
B
is afgeleid van de Griekse en Romeinse oudheid
C
een worp bij basketbal
D
een soort gedicht

Slide 20 - Quiz

In de boeken van Jan Wolkers wordt vaak over een gereformeerd gezin geschreven. Dat heet een
A
schrijversmotief
B
standaard motief
C
christelijk motief
D
klassiek motief

Slide 21 - Quiz

Een witte plek in een verhaal is
A
een witregel
B
de schrijver houdt informatie achter voor de lezer
C
de lezer heeft niet alle informatie
D
een misdruk in een boek

Slide 22 - Quiz

De meest gebruikte witte plek in een verhaal is
A
een open einde
B
begin in de handeling
C
een olifant in de kamer

Slide 23 - Quiz

Ik begrijp nu wat ik moet leren en hoe ik de toets goed kan voorbereiden
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Vragen??

Slide 25 - Slide