This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hoe gaat het met jullie?
Slide 1 - Slide
Meedoen met lessonup
Open de laptop en zet hem aan
Log in met je stamnummer@novacollege.nl en het wachtwoord: NovaISK2023!
In Google toets je als zoekterm in:
lessonup app
klik lessonup app aan
Voer de code in
Slide 2 - Slide
Hoe gaat het met jullie?
Met mij gaat het goed, maar
ik ben erg druk voor mijn school!
Slide 3 - Slide
Hoe gaat het met jullie? Maak een zin met: als, omdat ,want, maar, of, en, of dus
Slide 4 - Open question
Lesdoelen voor vandaag:
Na de les van vandaag:
weten jullie wat een scheidbaar werkwoord is en hebben we geoefend met zinnen met scheidbare werkwoorden.
Slide 5 - Slide
Mopje:
Twee slakken zijn aan het wandelen.
'Doei, ik ga hier oversteken', zegt de één.
Zegt de andere: 'Nee, niet doen! Morgen komt de bus!'
Slide 6 - Slide
Wat is een scheidbaar werkwoord?
Een scheidbaar werkwoord heeft 2 woorden:
eenwerkwoord en een ander woordje.
schoonmaken= schoon+maken
aankomen= aan+komen
nadenken= na+ denken
Slide 7 - Slide
Hoe gebruik je een scheidbaar werkwoord?
Je schrijft eerst wie/wat(onderwerp). Dan het werkwoord (persoonsvorm) wat je aan aanpast aan het onderwerp. Het andere woord staat op de laatste plaats in de zin:
(schoonmaken) Ikmaak de keuken schoon.
(aankomen) De trein komt om 10:00 uuraan.
(nadenken) Wijdenken eerst na.
Slide 8 - Slide
Twee werkwoorden in de zin?
Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als één woord. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin.
Slide 9 - Slide
Nu komen er vragen
Je hoeft alleen de woorden in te vullen.
Dus als er gevraagd wordt:
Wat is het hele werkwoord in deze zin?
Mijn dochter belt haar vriendin op.
Dan is het antwoord: opbellen
Slide 10 - Slide
Wat is het hele werkwoord?
De docent legt de opdracht uit.
Slide 11 - Open question
Wat is het hele werkwoord?
Ik maak de tafel schoon.
Slide 12 - Open question
Wat is het hele werkwoord?
Ik schrijf de woorden op.
Slide 13 - Open question
Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
De docent ...... haar jas ......(ophangen).
Slide 14 - Open question
Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
Ik ....... de som ........ (uitleggen).
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
Hoe moet ik dit probleem ........ (oplossen)?
Slide 17 - Open question
Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
De wedstrijd moet .......(doorgaan).
Slide 18 - Open question
Nu 2 werkwoorden! Schrijf in de goede vorm
Het kind ....... de straat ....... (mogen-oversteken)
Slide 19 - Open question
Schrijf in de goede vorm Ik ....... de keuken vanmiddag ....... (gaan schoonmaken)
Slide 20 - Open question
Het lesdoel van vandaag was dat jullie weten wat een scheidbaar werkwoord is en dat we geoefend hebben met zinnen.
Wat is een scheidbaar werkwoord?
Wie kan een voorbeeld geven?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Terug naar taalcompleet
Zoek een spreekopdracht op en kies een student die in het zelfde hoofdstuk zit om samen de opdracht mee te doen.
Succes!!
Klaar? Ga verder met de opdrachten in het boek of online.