What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ABR7 08.10.24
Welkom!
08.10.24
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Anders
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
180 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
08.10.24
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik
Afmaken 3.3 + 3.4
3.5
3.6
Het nieuws
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Terugblik
Bespreken HW:
3.3 opdr. 29 t/m 31
3.4 opdr. 34 + 35
A tot zin ''omdat/als''
Slide 3 - Slide
3.3
Samen luisteren: opdr. 27
Bespreken
Slide 4 - Slide
3.4
Maak zelfstandig opdr. 36 + 38
Bespreken
Maak tweetallen:
Maak/praat samen: opdr. 37, 39 + 40
Klaar? Bespreek je antwoorden met een ander tweetal.
Slide 5 - Slide
3.4
Pak werkblad 3.4
Bekijk de plaatjes.
Wat betekenen de woorden?
Samen: betekenis bespreken
Slide 6 - Slide
3.4
Pak werkblad 3.4
Praat samen.
Cursist A: Kies een plaatje. Cursist B mag niet weten welk plaatje je kiest!
Vraag: Rara, wat zoek ik? Je gebruikt het om ... te ... .
Cursist B: Wat zoekt cursist A? Wijs het aan .
Klaar? Dan kiest cursist B een plaatje en vraagt Rara, wat zoek ik?
Slide 7 - Slide
3.4
Maak nieuwe tweetallen
Gebruik werkblad 3.4 nog een keer.
Cursist A vraagt: Waarvoor gebruik je een....?
Cursist B geeft antwoord.
Draai de rollen om.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
3.5
Bekijk de zinnen bij opdr. 41
Bespreek met jouw medecursist
Is de zin waar, denk je? Zet dan een kruisje.
Slide 10 - Slide
3.5
Lees de tekst op blz. 107
Slide 11 - Slide
3.5
Nieuwe woorden:
- geachte
- het onderzoek
- van tevoren
- wegen
- meten
- groeit (groeien)
Slide 12 - Slide
3.5
- de prik
- de ontwikkeling
- huilt (huilen)
- de lijst
- de gezondheid
- verzetten
- de reactie
Slide 13 - Slide
3.5
Lees de tekst op blz. 107 nog een keer
Maak zelfstandig opdr. 43
Bespreken
Slide 14 - Slide
3.5
Maak zelfstandig opdr. 44, 45, 47
Bespreken
Samen luisteren (opdr. 46)
Slide 15 - Slide
3.5
Maak in tweetallen opdr. 48, 49 en 50
Bespreek jullie antwoorden met 2 andere cursisten
Klassikaal bespreken
Slide 16 - Slide
3.5
Pak werkblad 3.5
Schrijf een e-mail
Lees de opdracht goed door.
Klaar? Check of je alles hebt opgeschreven!
Bespreken
Slide 17 - Slide
Wat is een scheidbaar werkwoord?
Een scheidbaar werkwoord heeft 2 woorden:
een
werkwoord
en een
ander woord
je.
schoonmaken
=
schoon
+
maken
aankomen
=
aan
+
komen
nadenken
=
na
+
denken
Slide 18 - Slide
Hoe gebruik je een scheidbaar werkwoord?
Je schrijft eerst
wie/wat.
Dan het
werkwoord
wat je aanpast aan de wie/wat. Het
andere woord
staat op de l
aatste plaats
in de zin:
Ik
maak
de keuken
schoon
.
De trein
komt
om 10:00 uur
aan
.
Wij
denken
eerst
na
.
Slide 19 - Slide
Twee werkwoorden in de zin?
Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als
één woord
. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin.
Slide 20 - Slide
3.6
Bekijk de video
Slide 21 - Slide
Nu komen er vragen
Je hoeft alleen de woorden in te vullen.
Dus als er gevraagd wordt:
Wat is het hele werkwoord in deze zin?
Mijn dochter belt haar vriendin op.
Dan is het antwoord:
opbellen
Slide 22 - Slide
Wat is het hele werkwoord?
De docent legt de opdracht uit.
Slide 23 - Open question
Wat is het hele werkwoord?
Ik maak de tafel schoon.
Slide 24 - Open question
Wat is het hele werkwoord?
Ik schrijf de woorden op.
Slide 25 - Open question
Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
De docent ...... haar jas ......(ophangen).
Slide 26 - Open question
Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
Ik ....... de som ........ (uitleggen).
Slide 27 - Open question
Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
Hoe moet ik dit probleem ........ (oplossen)?
Slide 28 - Open question
Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
De wedstrijd moet .......(doorgaan).
Slide 29 - Open question
Nu 2 werkwoorden! Schrijf in de goede vorm
Het kind ....... de straat ....... (mogen-oversteken)
Slide 30 - Open question
Schrijf in de goede vorm
Ik ....... de keuken vanmiddag ....... (gaan schoonmaken)
Slide 31 - Open question
3.6
Klassikaal: opdr. 53
Maak zelfstandig opdr. 54, 55 + 56
Bespreken
Maak in tweetallen opdr. 57.
Bespreken
Slide 32 - Slide
3.6
Pak werkblad 3.6
Opdracht 1: Leg het juiste kaartje bij het juiste plaatje
Slide 33 - Slide
3.6
Pak werkblad 3.6
Opdracht 2: Pak alleen de kaartjes met de werkwoorden.
Gooi de dobbelsteen
1= ik
2= jij
3= hij/zij
4= wij
5= jullie
6 = zij (mv)
Maak de juiste vervoeging
Slide 34 - Slide
3.6
Pak werkblad 3.6
Pak nu alleen de kaartjes met de plaatjes
Maak zinnen bij de foto's
Slide 35 - Slide
3.6
A tot zin 3.9
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
More lessons like this
AEV7 26.11.2024
27 days ago
- Lesson with
18 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR6 14.10.2024
October 2024
- Lesson with
36 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
ABR7 07.10.2024
October 2024
- Lesson with
35 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
Wi 1 A2 TC 3.5 en 3.6
September 2022
- Lesson with
21 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
AEV7 03.12.2024
20 days ago
- Lesson with
18 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR6 24.06.2024
June 2024
- Lesson with
20 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR7 09.12.2024
13 days ago
- Lesson with
37 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR7 26.11.2024
27 days ago
- Lesson with
39 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1