Hoofdstuk 6 lesbrief 2

Lesbrief 2: Handgereedschap
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesbrief 2: Handgereedschap

Slide 1 - Slide

Vak: Profielvak 3
Hoofdstuk: Hoofdstuk 6 lesbrief 2
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 2 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek klapper op tafel en open lesbrief 2 van hoofdstuk 6 ( Elektrisch gereedschap.




Slide 3 - Slide





Na het doorlopen van deze lesbrief kan/ken ik:  

Na het doorlopen van dit hoofdstuk kan/ken ik:
o Verschillende soorten elektrische gereedschappen benoemen
o Aangeven waarvoor de gereedschappen worden gebruikt.
o Bij een taak het juiste gereedschap kiezen.
o Het gekozen gereedschap veilig gebruiken.

Doel van de les:

In deze les leer je verschillende elektrische gereedschappen kennen en gebruiken die veel in de techniek toegepast worden.


verantwoording syllabus:

P 3.2 een product maken
De kandidaat kan:
o Werktekening lezen en interpreteren, technieken symbolen begrijpen en aan de hand van de tekening een werkvoorbereiding opstellen.
o Een product in elkaar zetten door gebruik te maken van verbindingen
o Het vervaardigde product controleren op de kwaliteit van de verbinding
o Een product vervaardigen met handgereedschap, elektrische handgereedschap en machines
o Handgereedschappen, elektrische handgereedschappen en machines veilig gebruiken

2. Lesdoelen

Slide 4 - Slide

3.Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.


- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Iedereen van de 3 kader klas doet mee


- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
-

Slide 5 - Slide

3. Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 6 - Slide

Elektrisch gereedschap

Slide 7 - Mind map

Hoe zou je het kunnen toepassen in de praktijk?

Slide 8 - Open question

4. Instructie
OVERE ELEKTRISCH GEREEDSCHAP
Elektrische boren en zagen worden over het algemeen veel gebruikt in de techniek. Maar er zijn nog meer machines die het bewerken van materiaal makkelijker maken.
In deze lesbrief gaan we de volgende elektrisch gereedschappen behandelen:
o De freesmachine
o Soldeerbout
o Multitool
o Kunststofbuiger
o Schuurmachines

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De freesmachine


Met de freesmachine haal je materiaal weg. Frezen is dus net als boren een verspanende bewerking. De freesmachine heeft een kop waar een freesbeitel in of op kan. Deze beitel draait heel hard rond en haalt zo het materiaal weg.
De freesmachine wordt vaak gebruikt in de hout-, metaal-, en de kunststofbewerking.

Je kunt met een freesmachine allerlei vormen aanbrengen. Bijvoorbeeld een schuine rand aan een tafelblad of letters frezen in een naambordje. 

Er zijn verschillende soorten frezen.
De grote freestafel wordt vaak gebruikt door een meubelmaker.
Een timmerman gebruikt vaak de bovenfrees. De Bovenfrees is een handfrees waarbij je de diepte kunt instellen. Je bedient deze met de hand en eventueel geleider.

Slide 11 - Slide

Solderen
Met een soldeerapparaat kun je metalen onderdelen met elkaar verbonden worden.

Slide 12 - Slide

Solderen

Het vloeimiddel ontvet het metaal en zorgt ervoor dat het soldeer (tin) goed hecht aan het materiaal. Een soldeerbout kan wel 450 graden worden en verward het soldeer zodat deze smelt.

Werk je met elektronica dan moet je oppassen met het vloeimiddel. Je kunt dan ook tin gebruiken met vloeimiddel in de kern van het tin. Het vloeimiddel kan namelijk onderdelen aantasten.


Wat heb je nodig om te solderen:
o Soldeerbout of soldeerstation met bout
o Soldeertin
o Vloeimiddel (flux)

Slide 13 - Slide

Hoe ga je te werkt met solderen:

Soldeerverbindingen worden onder andere toegepast bij:
o Smeer flux op de onderdelen die gesoldeerd worden.
o Verwarm het eerste onderdeel met de punt van de soldeerbout.
o Plaats wat soldeer (tin) met de punt van de bout op de juiste plek.
o Haal eerst het soldeer weg. En houd de bout op de juiste plek (zo vloeit de tin goed tussen de onderdelen).
o Laat de verbinding afkoelen
o Het verbinden van metalen draden (staven).
o Het verbinden van koperen buizen (loodgieter).
o Waterdicht maken van zinken dakgoten.
o Het vastzetten van elektrische onderdelen.
o Bij het maken van glas in lood ramen.

Slide 14 - Slide

Multitool






De bekendste multitool is de Dremel.
Maar van andere merken heb je ook iets grotere multitools zoals op de afbeelding van de vorige bladzijden.

Een multitool is een apparaat dat je kunt inzetten voor verschillende klussen. Zoals: schuren, zagen, schrapen, zagen, graveren of boren.
Het is een klein en krachtig apparaat en maakt snelle ronddraaiende beweging. Doormiddel van het gebruikmaken van de verschillende hulpstukken kan het apparaat voor verschillende klussen ingezet worden.

Slide 15 - Slide

Kunststofbuiger






Thermische kunststofbuiger

Er zijn verschillende soorten kunststof die kunnen buigen na verwarmen. Deze kunststoffen noem je thermoplasten. Het plexiglas die je in de praktijkles gebruikt is dus een thermoplast. 
Een thermoplast is een kunststof die kan worden verwarmd en gebogen
Een thermische kunststofbuiger is een apparaat met een vlakke tafel met daarin een gloeiraad. Je kunst het kunststof precies op de juiste plek neerleggen, verwarmen en dan buigen.
o Als je het materiaal boven de gloeidraad legt wordt alleen het gedeelte boven de draad warm.
o Dit warme gedeelte van je materiaal kan je vervolgens buigen.
o Je houd het kunststof in de vorm die nodig is tot dat het is afgekoeld. Het kunststof blijft dan in de nieuwe vorm.

Slide 16 - Slide

Zagen

Slide 17 - Slide

Bij het maken van opdrachten in de praktijklessen maken we vaak gebruik van een handzaag zoals de kapzaag. Zo’n zaag zaagt alleen maar als je deze vooruit duwt. Elektrische zagen zoals de lintzaag en de cirkelzaag zijn zo gemaakt dat ze achter elkaar doorzagen. De elektrische figuurzaag en de decoupeerzaag daarentegen maakt weer een openneergaande beweging.

In de tabel staan aan aantal zagen die in de techniek veel gebruikt worden.
Alle zagen kunnen gebruikt worden bij verschillende materialen. Er moet dan wel gekozen worden voor het juist zaagblad dat past bij het materiaal.

Slide 18 - Slide

Lintzaag


Elektrische figuurzaag 
De lintzaag heeft een heel lang zaagblad (zoals een lint) dat om twee wielen van de machine is gespannen.

Omdat de machine lange zaagsneden kan maken is het geschrikt voor dik materiaal.
Je kunt er rechte stukken mee zagen maar ook bochten.
Er zijn lintzagen voor hout, metaal en voor kunststof



Met de elektrische figuurzaag kun je allerlei figuren zagen. Deze zaag gaat steeds op en neer. Je moet zelf het materiaal bewegen langs de zaag om het figuur uit te zagen. 

Slide 19 - Slide

Cirkelzaag


Tafelzaag

De cirkelzaag is een rond zaagblad. Met de cirkelzaag kun je door dikke materialen zagen.

De handcirkelzaag gebruik je met een liniaal op het materiaal. Als je de zaag aanzet duw je de zaag naar beneden en met de liniaal kan je kaasrecht zagen. 
 
Bij de tafelzaag steekt het zaagblad boven de tafel uit. Om te kunnen zagen duw je het hout tegen de zaag langs een gebeleider. Je kunt hier erg secuur en staand mee zagen

Slide 20 - Slide

Afkortzaag




Decoupeerzaag
Met de afkortzaag kort je hout af. Je zaagt vaak balkmateriaal op lengte.
Als de zaag aan staat en je het hout goed vast ligt tegen de achterzijde, duw je de zaag omlaag of naar voren om het hout af te korten.

De decoupeerzaag gebruik je vooral vormen uit plaatmateriaal te zagen. Omdat de zaag niet breed is kun je er makkelijk ronde vormen mee zagen.

Ook kan je eerst een gat boren in het materiaal en midden in het materiaal een vorm uit zagen.

Slide 21 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig de opdrachten van  lesbrief 1 hoofdstuk 5




Ben je klaar?
Ga verder met werk afmaken. 
timer
1:00

Slide 22 - Slide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 


- kan je vragen beantwoorden over een tekst?

Slide 23 - Slide

Evaluatie Check
Vandaag doen wij de evaluatie over de les mondeling.

Slide 24 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Lesbrief 1 niet af dan is het huiswerk voor de eerstvolgende les





Toetsen: 

20 mei toets hoofdstuk 6

Slide 25 - Slide