Hoofdstuk 6 lesbrief 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Lesbrief 1: Handgereedschap

	Vak: Profielvak 3 Hoofdstuk: Hoofdstuk 6 lesbrief 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek klapper op tafel en open lesbrief 1 van hoofdstuk 6 ( Elektrisch gereedschap.

Na het doorlopen van deze lesbrief kan/ken ik:  

Na het doorlopen van dit hoofdstuk kan/ken ik:

o Verschillende soorten elektrische gereedschappen benoemen

o Aangeven waarvoor de gereedschappen worden gebruikt.

o Bij een taak het juiste gereedschap kiezen.

o Het gekozen gereedschap veilig gebruiken.

verantwoording syllabus:

P 3.2 een product maken

De kandidaat kan:

o Werktekening lezen en interpreteren, technieken symbolen begrijpen en aan de hand van de tekening een werkvoorbereiding opstellen.

o Een product in elkaar zetten door gebruik te maken van verbindingen

o Het vervaardigde product controleren op de kwaliteit van de verbinding

o Een product vervaardigen met handgereedschap, elektrische handgereedschap en machines

o Handgereedschappen, elektrische handgereedschappen en machines veilig gebruiken

2. Lesdoelen

3.Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Iedereen van de 3 kader klas doet mee

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

-

3. Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Elektrisch gereedschap

Hoe zou je het kunnen toepassen in de praktijk?

4. Instructie

Vaak werken we bij het maken van een opdracht met handgereedschappen. Soms gebruiken we ook elektrisch gereedschap. Elektrisch gereedschap wordt aangedreven door een elektrische bron zoals een stopcontact of accu.

In dit hoofdstuk leer je elektrisch gereedschap kennen die vaak gebruikt worden bij technische beroepen.

BOREN

Met een boormachine maak je ronde gaten in materiaal. Er zijn verschillende boormachines boortjes en maten. In deze lesbrief gaan we de volgende boormachines behandelen.

o Schroefboormachine

o Kolomboormachine

o Handboormachine

Schroefboormachine

Met een schroefboormachine (wordt vaak ook accuboormachine genoemd) kun je twee kanten op draaien, linksom en rechtsom. Met boren of een schroef in het materiaal draaien moet de schroefboormachine rechtsom draaien. Als je een schroef uit het materiaal draait zet je het apparaat op linksdraaiend.

Bij een schroefboormachine kan je het toerental goed instellen. Je voorkomt hiermee dat je de schroef stuk draait.

Aan de kop van de machine staan allemaal getallen. Hoe hoger het getal hoe meer kracht de schroefboormachine heeft.

De slipkoppeling van de machine zorgt ervoor dat de machine stopt als hij te veel toeren moet draaien. Je voorkomt zo dat je met het inschroeven het materiaal kapot maakt.

Ook staat er een picto om te boren op de kop. Deze machine kan je gebruiken voor het boren van zachtere hout een metaal soorten. Als je gaat boren zet je de machine op de picto boren zodat deze niet afslaat.

Een schroefboormachine heeft een standaard boorkop waar je bitjes, bithouder met bitje of een boortje in vastzet.

Handboormachine

De meeste handboormachines hebben twee standen:

o Boorstand

o Klopboorstand. Deze stand gebruik je als je in beton of steen boort.

Bij de klopboorstand draait de boor hard rond en maakt de boor een beweging  die naar voor en naar achter gaat. Dit noem je de hamerfunctie of de klopboorstand.

De handboormachine hou je tijdens het boren vast met de hand.

Met deze machine laat je een boor heel hard ronddraaien. Het boortje haalt dan het materiaal weg er ontstaat dan een gat.

Het toerental van deze machine is minder goed in te stellen als de schroefboormachine. Maar de handboormachine heeft veel meer kracht.

Kolomboormachine

Voor alle drie de machines geld dat boren een verspanende bewerking is. En dat een veiligheidsbril dragen geen overbodige luxe is.

Een verspanende bewerking is een bewerking waarbij met hand- elektrisch gereedschap materiaal wordt weggehaald en er afval (spanen) ontstaan.

Naast de schroefboormachine die we vaak gebruiken in het praktijklokaal, zal je regelmatig de kolomboormachine gebruiken. Deze wordt ook wel de tafelboormachine genoemd.

Een tafelboormachine is kleiner dan de kolomboormachine.

Beide machines staat vast en boort van bovenaf gaten in materialen. Met deze machine kan je recht en heel precies boren.

Je kunt hier preciezer mee werken dan met de schroefboormachine of handboormachine.

Boortjes en bitjes

De drie meest gebruikte boren zijn de metaalboor, houtboor en steenboor.

Metaalboor: heeft geen spitse punt maar is wel scherp

Houtboor: heeft een spitse punt

Steenboor: heeft een beitelvormige kop

Als je de schroefboormachine gebruikt om een schroef in het materiaal te draaien dan maak je vaak gebruik van een bithouder met daarin een bitje.

Een bitje is eigenlijk hetzelfde als de kop van een schroevendraaier. Je moet altijd het juiste bitje bij de juiste schroef gebruiken. Zo zal de schroef minder snel stuk gaan.

Zagen

Bij het maken van opdrachten in de praktijklessen maken we vaak gebruik van een handzaag zoals de kapzaag. Zo’n zaag zaagt alleen maar als je deze vooruit duwt. Elektrische zagen zoals de lintzaag en de cirkelzaag zijn zo gemaakt dat ze achter elkaar doorzagen. De elektrische figuurzaag en de decoupeerzaag daarentegen maakt weer een openneergaande beweging.

In de tabel staan aan aantal zagen die in de techniek veel gebruikt worden.

Alle zagen kunnen gebruikt worden bij verschillende materialen. Er moet dan wel gekozen worden voor het juist zaagblad dat past bij het materiaal.

Lintzaag

Elektrische figuurzaag 

De lintzaag heeft een heel lang zaagblad (zoals een lint) dat om twee wielen van de machine is gespannen.

Omdat de machine lange zaagsneden kan maken is het geschrikt voor dik materiaal.

Je kunt er rechte stukken mee zagen maar ook bochten.

Er zijn lintzagen voor hout, metaal en voor kunststof

Met de elektrische figuurzaag kun je allerlei figuren zagen. Deze zaag gaat steeds op en neer. Je moet zelf het materiaal bewegen langs de zaag om het figuur uit te zagen. 

Cirkelzaag

Tafelzaag

De cirkelzaag is een rond zaagblad. Met de cirkelzaag kun je door dikke materialen zagen.

De handcirkelzaag gebruik je met een liniaal op het materiaal. Als je de zaag aanzet duw je de zaag naar beneden en met de liniaal kan je kaasrecht zagen. 

 

Bij de tafelzaag steekt het zaagblad boven de tafel uit. Om te kunnen zagen duw je het hout tegen de zaag langs een gebeleider. Je kunt hier erg secuur en staand mee zagen

Afkortzaag

Decoupeerzaag

Met de afkortzaag kort je hout af. Je zaagt vaak balkmateriaal op lengte.

Als de zaag aan staat en je het hout goed vast ligt tegen de achterzijde, duw je de zaag omlaag of naar voren om het hout af te korten.

De decoupeerzaag gebruik je vooral vormen uit plaatmateriaal te zagen. Omdat de zaag niet breed is kun je er makkelijk ronde vormen mee zagen.

Ook kan je eerst een gat boren in het materiaal en midden in het materiaal een vorm uit zagen.

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig de opdrachten van  lesbrief 1 hoofdstuk 5

Ben je klaar?

Ga verder met werk afmaken. 

7. Evaluatie 

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kan je vragen beantwoorden over een tekst?

Evaluatie Check

Vandaag doen wij de evaluatie over de les mondeling.

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

Lesbrief 1 niet af dan is het huiswerk voor de eerstvolgende les

Toetsen: 

20 mei toets hoofdstuk 6