Ch 2 - les 6

1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

We verwachten van jou dat je...
  • rustig het lokaal binnenkomt zonder telefoon: je telefoon zit in je tas.
  • jouw spullen/boeken op tafel legt.
  • laptop is opgeladen.
  • vriendelijk praat tegen je klasgenoten en de docenten.
  • stil 🤫 bent als dat gevraagd wordt. Je praat niet door de docent of door je klasgenoten heen!
  • een actieve houding hebt (je zit rechtop, doet goed mee en stelt vragen als je het niet begrijpt)
  • goed voorbereid naar de les komt (je hebt je huiswerk gemaakt en geleerd)

Slide 2 - Slide

Script:
eerste keer waarschuwing
tweede keer aan het eind van de les blijven zitten

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • parler
  • vocabulaire A+B
  • répéter grammaire D
  • grammaire H
  • devoirs

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Chapitre 2
  • Ik kan mijn familieleden voorstellen.
  • Ik kan vertellen welke huisdieren ik heb en wat ik van ze vind.
  • Ik kan bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier gebruiken.
  • Ik kan werkwoorden op -er vervoegen.
  • Ik kan mijn huis beschrijven.
  • Ik kan vertellen waar ik woon.
  • Ik kan mijn omgeving beschrijven.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Parler
Vocabulaire A+B

Réponds aux questions en phrases complètes.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire
Oefen op je eigen manier met woorden/zinnen A+B+C.

-Slim Stampen
-Quizlet
-WRTS
-vanuit je boek

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Phrases-clés
Ouvre ton livre à la page 68.

On fait exercice 13 et 14.




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Quizlet

www.quizlet.live

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Révision

Herhaling bvnw

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Het bijvoeglijk naamwoord
De rode neus.
Het grote huis.
De kleine jongen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Basisregel

un grand homme
une grande femme
deux grands hommes
deux grandes femmes
ev
mv
mnl
-
+s
vrl
+e
+es

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Let op
un vélo rouge
une pomme rouge

un garçon heureux
une fille heureuse


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Onregelmatige vormen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm in het Frans.
mnl ev
mnl mv
vrl ev
vrl mv
goed
bon
bons
bonne
bonnes
mooi
beau
beaux
belle
belles
nieuw
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles
oud
vieux
vieux
vieille
vieilles

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Plaats van het bvnw
In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord altijd voor het zelfstandig naamwoord, in het Frans staat het er meestal achter:

Un chat noir
Une fille française
Un lapin adorable

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Plaats van het bvnw
Let op: de volgende bijvoeglijke naamwoorden staan in het Frans altijd vóór                    het zelfstandig naamwoord.
goed     bon
mooi     beau                                                       C'est une belle fille.
groot    grand                                                     J'ai un grand frère.
nieuw   nouveau                                               Mon père a une nouvelle voiture.
klein      petit
oud        vieux


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Révision 
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Nous avons une ... voiture.
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

(bleu) Ma chambre est ...

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

(petit) J'ai deux ... soeurs.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Tu as un ... frère?
A
grand
B
petite
C
sportif
D
belle

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

opdracht
maak opdracht 16 + 17 uit je werkboek

klaar?  -> onderdeel naar keuze van www.maxitaal.net/mv

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Grammaire D
In het Frans eindigen de meeste werkwoorden op -er: parler, aimer, adorer, préférer, détester, regarder

Om de stam te vinden haal je -er van het werkwoord af. Vervolgens plak je de juiste uitgang aan de stam.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Je / J'
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
Regelmatige werkwoorden op -er
aime
aiment
aimons
aime
aimes
aime
aimez
aiment
aime

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

parler
Je ... anglais et français.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

habiter
Vous .... où?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

détester
Nous ... les maths.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

organiser
Ma soeur ... une grande fête!

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

chercher
Ma mère ... ses clés.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

devoirs
herhalen woorden/zinnen A+B
leren grammatica D+H


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Chapitre 2
  • Ik kan mijn familieleden voorstellen.
  • Ik kan vertellen welke huisdieren ik heb en wat ik van ze vind.
  • Ik kan bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier gebruiken.
  • Ik kan werkwoorden op -er vervoegen.
  • Ik kan mijn huis beschrijven.
  • Ik kan vertellen waar ik woon.
  • Ik kan mijn omgeving beschrijven.



Slide 32 - Slide

This item has no instructions

famille/animaux

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Verbeter de fouten 
  • Je parles hollandais et un petit peu français.
  • Mon frère s'appellent Yves.
  • Nous habitez à Amsterdam.
  • Vous aiment les chiens?
  • Mes grands-parents habitont en France.



Slide 34 - Slide

This item has no instructions


www.quizlet.live

Slide 35 - Slide

This item has no instructions