Les 9

Urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie, congestie, mobiliteit en forensisme.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie, congestie, mobiliteit en forensisme.

Slide 1 - Slide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Nakijken (15 min)
Herhaling vorige les (5 min)
Leerdoelen (5 min)
Uitleg + verwerking (25 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Slide

Nakijken
Vooraf: lezen paragraaf 2.9 ‘Hukou’ en ‘steden bereiden uit’ (5 minuten in stilte). 

Hoe: In groepjes van 4 leerlingen bespreek je de opdrachten hieronder. 

Hulp: Komen jullie er onderling niet uit dan kijk je in je boek. Lukt het echt niet dan roep je de juf!

Tijd: 15 minuten (5 min lezen + 10 min nakijken)

Wat?
Blz. 78 vraag 3 + 4
Blz. 79 vraag 6
Blz. 80 vraag 1
Blz. 81 vraag 5
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Hoe wordt de meest voorkomende verhuisbeweging van Chinezen genoemd?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
De-suburbanisatie
D
Re-urbanisatie

Slide 4 - Quiz

Wat hopen de Chinezen van het platteland in de stad te vinden?

Slide 5 - Open question

Chinezen van het platteland gingen werken in een SEZ.
Wat weet je over SEZ’s?

Slide 6 - Open question

De steden in China groeiden snel.
Dit leidde tot problemen met de leefbaarheid.
Welke problemen ken je nog?

Slide 7 - Open question

China wilde het probleem van overbevolking
oplossen met de invoering van de Hukou.
Heeft het invoeren van de Hukou gewerkt?

Slide 8 - Open question

China heeft de regels van de Hukou
versoepeld. Waarom?

Slide 9 - Open question

De steden in het Oosten barsten uit hun voegen. Daarom verplaatst de industrie zich.
Waar vestigt de industrie zich nu (en ontstaan dus nieuwe steden)?
A
Westen
B
Binnenland
C
Buurlanden
D
Europa

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. de begrippen Urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie, congestie en forensisme beschrijven;
2. de begrippen Urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie, congestie en forensisme toepassen op Nederland.

Slide 11 - Slide

Overlegmoment
Wat: Bespreek in je groepje de volgende twee punten ->
1. Welke redenen hebben mensen om van het platteland naar de stad te verhuizen? (Schrijf alle verhuismotieven op)
2. Welke redenen hebben mensen om van de stad naar het platteland te verhuizen? (Schrijf alle verhuismotieven op)

Hoe: In groepjes van 4 leerlingen

Tijd: 3 minuten
timer
3:00

Slide 12 - Slide

2

Slide 13 - Video


A
Amsterdam
Utrecht
Maastricht
Groningen
B
Ter Apel
Spierdijk
Ransdaal
Broek in Waterland
C
Purmerend
Houten
Zoetermeer
Weesp
In welk rijtje staan Nederlandse plaatsen die het gevolg zijn van suburbanisatie?
A
Rijtje A
B
Rijtje B
C
Rijtje C

Slide 14 - Quiz

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. de begrippen Urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie, congestie en forensisme beschrijven;
2. de begrippen Urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie, congestie en forensisme toepassen op Nederland.

Slide 15 - Slide

00:00
Controleer jullie antwoorden aan de hand van de video.

Slide 16 - Open question

01:21
Welke verhuismotieven hebben jullie nog meer bedacht?

Slide 17 - Open question

Urbanisatie en suburbanisatie in Nederland
Tot 1960: vooral urbanisatie

Na 1960: vooral suburbanisatie

Probleem -> mensen woonden in de dorpen rondom de stad, maar werkten nog wel in die stad. 
Dus: files!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Bekijk de filekaart van Nederland aandachtig.
In welk deel van Nederland staan de meeste files?
A
Noord
B
Zuid
C
Oost
D
West

Slide 20 - Quiz

Verklaar waarom er juist in dit deel van Nederland veel files staan.

Slide 21 - Open question

Een regel om te onthouden...
Hoe meer files er zijn, hoe beter/ slechter de bereikbaarheid van een plaats of voorziening.

Wanneer een plaats of voorziening door drukte slecht te bereiken is, is er sprake van congestie.

Slide 22 - Slide

Hoe zouden we het file probleem kunnen oplossen/ kunnen verkleinen?

Slide 23 - Open question

Opdracht Meester Sligman
Meester Sligman woont in Andijk, maar werkt in Amsterdam.
Elke dag reist meester Sligman met de auto naar zijn werk. Hij doet daar 50 minuten over.
Iemand die iedere dag op en neer reist tussen huis en werk noemen we een forens.

Meester Sligman vertrekt iedere dag al om 07.00 van huis omdat hij anders in de file staat.
Maar meester is dat vroege opstaan wel zat en gaat uitzoeken of hij niet beter met het ov naar het werk kan.
Jullie gaan hem daarbij helpen. 





Slide 24 - Slide

Opdracht Meester Sligman
Wat: 
1. Zoek uit hoeveel kilometer het is van het huis van meester Sligman tot aan school. 
Adres meester Sligman: Dijkweg 390 in Andijk.
2. Zoek uit hoe laat meester Sligman op school is als hij met het ov gaat en om 07.00 vanuit huis vertrekt. 

Hoe: In tweetallen ->
Google maps ->  vertrek adres - aankomst adres (als je het adres van school niet weet, dan google je dit!) -> route -> ov -> vertrekken om...

Hulp: Overleg met elkaar, gebruik het internet (googlemaps). Lukt het echt niet dan roep je de juf.

Tijd: 5 minuten

Hoofdvraag: Is het ov een optie voor meester Sligman? Waarom wel of waarom niet?





timer
5:00

Slide 25 - Slide

Re-urbanisatie en desuburbanisatie in Nederland
Vanaf 1990: vooral re-urbanisatie ->
na een periode van suburbanisatie gingen mensen weer in de stad wonen. 
Immers: werk + voorzieningen + geen files!

Maar...
Vanaf 2015: Wonen in de stad is voor veel mensen onbetaalbaar. Zij worden gedwongen buiten de stad te gaan wonen!

Slide 26 - Slide

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. de begrippen Urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie, congestie en forensisme beschrijven;
2. de begrippen Urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie, congestie en forensisme toepassen op Nederland en China.

Slide 29 - Slide

Op de post-it
Ook China kent een grote hoeveelheid forenzen.
Waarom investeert China miljarden in hoge snelheidstreinen en niet in snelwegen?

Slide 30 - Open question

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Huiswerk
Werkboek
Blz. 64 vraag 1 + 3
Blz. 66 vraag 4
Blz. 69 vraag 2.6A
Blz. 72 vraag 2
Blz. 74 vraag 19

Slide 32 - Slide