Spelling - Trema, apostrof, accenttekens en cedille

Trema, apostrof, accenttekens en cedille
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Trema, apostrof, accenttekens en cedille

Slide 1 - Slide

Deze les
Uitleg spelling H1
Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert trema's, apostrofs, accenten en cedilles goed te gebruiken.

Slide 3 - Slide

Trema

In sommige woorden schrijf je een trema. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt.


Het trema maakt duidelijk dat het om twee klinkers gaat,

en niet om één klank.


Slide 4 - Slide

Trema
Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën

In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig

Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema.
museum, opticien, petroleum

Slide 5 - Slide

Geen trema
Als er geen letterverwarring mogelijk is, zet je geen trema.
Woorden uit een andere taal krijgen GEEN trema en
Woorden met een dubbele i krijgen GEEN trema:


opticien, museum, afvloeiing, voltooiing, financieel

Slide 6 - Slide

Koppelteken
In samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden, plaatsen we een koppelteken:

zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen.

Slide 7 - Slide

Apostrof
  • om uitspraakproblemen te voorkomen --> jury's, zebra's (maar wel jockeys)
  • als weglatingsteken: 's morgens, 's-Gravenhage,
    Thomas' pet 
  • in meervouden en afleidingen van afkortingen: cd's, sms'en 
  • in verkleinwoorden die eindigen op -y : baby'tje (maar wel cowboytje) 

Slide 8 - Slide

Accent aigu (é)
1. je plaatst het accent aigu op de letter e in woorden van Franse herkomst
               --> coupé, comité, logé
2. als je iets wilt benadrukken
               --> fantástisch, hét idool van de jaren negentig 
3. uitspraakteken 
               --> hé!


Slide 9 - Slide

Klemtoon
Met een klemtoonteken leg je extra nadruk op een woord. Je gebruikt hiervoor altijd een accent aigu. Klanken die je met twee letters schrijft, krijgen twee accenten.

  • Dat had ik écht niet gezien.
  • Hij heeft héél lang geslapen.
  • Nee, ik vroeg om de sáús.


Slide 10 - Slide

Accent grave (è)
  • Komt vooral voor op de letter 'e', heel soms op andere letters.
  • Wordt gebruikt als letter korter moet klinken.
  • Vooral bij leenwoorden uit het frans

ampère, crème, caissière

Slide 11 - Slide

Accent circonflexe (ê)
Je plaatst het accent circonflexe e en de i van in oorsprong Franse woorden 

crêpe, maître, moment suprême 

Slide 12 - Slide

Cedille
Een cedille vind je soms onderaan de letter -c. Het zorgt ervoor dat de letter klinkt als een -s. 
curaçao, reçu 

Een cedille geeft de c een s-klank, maar dit is alleen wanneer hij voor een a, o of u staat. 

Normaal klinkt de c als k. caramel, coëfficiënt, cupcakes

Slide 13 - Slide

Aan de slag
HA31: opdracht 1-10
AT31: opdracht 1-12

Slide 14 - Slide