Mensen met Rh- hebben geen rhesusantigeen, maar ook (nog) geen antistoffen tegen rhesus.
Rhesusfactor
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Aan de slag
bestuderen H3: - Lees de teksten goed door (per stukje)
- Probeer alles goed te begrijpen
- Noteer belangrijke zaken overzichtelijk in je schrift
- Bedenk wat je uitgelegd wilt krijgen in de les
- Snap je alles? Bedenk dan twee toetsvragen
Slide 15 - Slide
Alcohol wordt vervoerd door het bloed. Door welk bestanddeel van bloed wordt alcohol vervoerd?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma
Slide 16 - Quiz
1. Alcohol zorgt ervoor dat je meer/minder moet plassen.
2. Na het drinken van een glas bier is het alcoholpromillage in een groter lichaam hoger/lager dan in een klein lichaam.
A
1. Meer
2. Hoger
B
1. Meer
2. Lager
C
1. Minder
2. Hoger
D
1. Minder
2. Lager
Slide 17 - Quiz
Waardoor kan een hartinfarct worden veroorzaakt?
A
Door het optreden van slagaderverkalking in een longslagader
B
Door het optreden van slagaderverkalking in een kransslagader.
C
Door het optreden van slagaderverkalking in de halsslagader.
D
Door het optreden van slagaderverkalking in de leverslagader.
Slide 18 - Quiz
Een cardioloog (hartspecialist) ontdekt dat een kransslagader bij Lieke sterk is vernauwd. Hoe kan de cardioloog de vernauwing behandelen? Leg uit wat er dan gebeurt.