3.6 gezond leven

3.6 Gezond leven en 3.8 bloedgroepen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.6 Gezond leven en 3.8 bloedgroepen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Korte uitleg & filmpjes
Aan de slag 

Slide 2 - Slide

3.6 Gezond leven
Leerdoelen:
  • Ik kan aangeven hoe ik mijn hart en bloedvaten gezond kan houden. 
  • Ik kan de gevolgen van alcohol op korte en lange termijn noemen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slagaderverkalking

Slide 5 - Slide

Hartinfarct
  • Bloeddruk
  • Dotterbehandeling (met stent)

Slide 6 - Slide

Gezonde leefstijl
Hart- en vaatziekten: verzamelnaam voor ziekten aan hart en bloedvaten.


Hart en vaatziekten
Erfelijke factoren
Andere oorzaken
Niks aan te doen
Gezonde leefstijl
  • Niet roken
  • Drink geen alcohol (niet meer dan één glas per dag
  • Eet gezond en gevarieerd
  • Beweeg regelmatig
  • Voorkom stress en zorg voor voldoende ontspanning

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Gevolgen alcohol
Korte termijn
Lange termijn
Opwekkend
Verstoort ontwikkeling van de hersenen
Verminderde remming
Verstoorde hormoonbalans
Verminderde controle
Beschadiging van lever, hersenen, maag en hart
Verdoving
Geheugenverlies en verminderde school-, studie- en werkprestaties

Slide 9 - Slide

§ 3.8 Bloedgroepen
Bloedgroep: wordt bepaald door rode bloedcellen
  • De antigenen op de bloedcel bepalen de bloedgroep

Er zijn twee indelingen:
  • AB0-systeem
  • Rhesus-bloedgroepensysteem

Slide 10 - Slide

Bloedgroepen
Er zijn 4 bloedgroepen:
  • Bloedgroep A
  • Bloedgroep B
  • Bloedgroep AB
  • Bloedgroep O
ABO-systeem:

  • Bloedgroep A
  • Bloedgroep B
  • Bloedgroep AB
  • Bloedgroep O

Slide 11 - Slide

Rhesus factor
= antigen op een rode bloedcel 

Rhesus positief (Rh+) heeft wel de rhesusfactor. 

Mensen met Rh- hebben geen rhesusantigeen, maar ook (nog) geen antistoffen tegen rhesus.
Rhesusfactor

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan de slag
bestuderen H3:
                - Lees de teksten goed door (per stukje)
                - Probeer alles goed te begrijpen
                - Noteer belangrijke zaken overzichtelijk in je schrift
                - Bedenk wat je uitgelegd wilt krijgen in de les
                - Snap je alles? Bedenk dan twee toetsvragen


Slide 15 - Slide

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed
wordt alcohol vervoerd?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 16 - Quiz

1. Alcohol zorgt ervoor dat je meer/minder moet plassen.

2. Na het drinken van een glas bier is het alcoholpromillage in een groter lichaam hoger/lager dan in een klein lichaam.
A
1. Meer 2. Hoger
B
1. Meer 2. Lager
C
1. Minder 2. Hoger
D
1. Minder 2. Lager

Slide 17 - Quiz

Waardoor kan een hartinfarct worden veroorzaakt?
A
Door het optreden van slagaderverkalking in een longslagader
B
Door het optreden van slagaderverkalking in een kransslagader.
C
Door het optreden van slagaderverkalking in de halsslagader.
D
Door het optreden van slagaderverkalking in de leverslagader.

Slide 18 - Quiz

Een cardioloog (hartspecialist) ontdekt dat een kransslagader bij Lieke sterk is vernauwd. Hoe kan de cardioloog de vernauwing behandelen? Leg uit wat er dan gebeurt.

Slide 19 - Open question

Aan de slag
Maken en leren § 3.6 en § 3.8

Klaar? Leren voor de toets :
  • flitskaarten oefenen
  • samenvattingen lezen
  • Test jezelf maken
  • filmpjes van Joost kijken  


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video