Theorie werkwoordspelling



Theorie van werkwoordspelling
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson



Theorie van werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Wat is het allereerste (belangrijkste) wat je doet als je een werkwoord moet vervoegen?
A
kijken of het werkwoord woord tt of vt is.
B
kijken of het werkwoord een pv is
C
kijken of het werkwoord mv of ev is.
D
de zin vragend maken

Slide 2 - Quiz

JA! 
Zodra je hier de mist in gaat, gaat de rest ook fout. 
Je kijkt altijd eerst of het werkwoord dat je moet vervoegen een pv is. 

Slide 3 - Slide

Welke drie manieren zijn er om de pv te vinden?
.Zoek alle werkwoorden in de zin.
Verander de tijd van de zin.
verander het getal van de zin. 
Maak van de zin een vraag.
bepaal wat het onderwerp is, de pv hoort daarbij.

Slide 4 - Drag question

Je gebruikt altijd 't sexy fokschaap om te bedenken of ergens een -t of -d achter komt.
JA
NEE

Slide 5 - Poll

Je gebruikt 't sexy fokschaap alleen in de verleden tijd!

Slide 6 - Slide

Als je of jij achter de pv staat en je het met elkaar kunt verwisselen, schrijf je de ik-vorm.
A
JA
B
NEE

Slide 7 - Quiz

Als het ww GEEN pv is, is het een ...
tip: het kunnen 4 dingen zijn.

Slide 8 - Open question

Geen pv?
VD
OD
VD bijvoeglijk gebruikt
infinitief

Slide 9 - Slide

Hoe schrijf je meestal een VD bijvoeglijk gebruikt?
A
je schrijft het vd
B
je schrijft het vd met een -e erachter
C
je schrijft het vd met -en erachter.

Slide 10 - Quiz

Als het vd bijvoeg.gebr. gemaakt wordt van een STERK werkwoord (zoals lopen, liep, gelopen), schrijf je ....
A
Het voltooid deelwoord.
B
Het voltooid deelwoord, maar je haalt -n eraf.

Slide 11 - Quiz

Jouw (breien) trui is prachtig geworden.
A
gebreidde
B
gebreide
C
gebreiden
D
gebreidden

Slide 12 - Quiz

(Gillen) van woede liep zij de deur uit.
A
gillent
B
gegillent
C
gillend
D
gegillend

Slide 13 - Quiz

Hoe kun je dit leren?
Overhoor jezelf
Gespreid leren
Variatie
        *maak de stencils en/of opdrachten uit de              methode

Slide 14 - Slide