V4 - TH3 genetica- BS1

Thema 3 - Genetica
BS 1  - fenotype en genotype
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 3 - Genetica
BS 1  - fenotype en genotype

Slide 1 - Slide

Leerdoelen vandaag
Na deze les kun je:
  • omschrijven  wat het genotype en fenotype van een organisme is
  • omschrijven  wat  DNA-sequentie en genexpressie betekenen
  • uitleggen dat het fenotype wordt veroorzaakt door het genotype en externe factoren (milieu).

Slide 2 - Slide

Begrippen BS1 
fenotype
chromosomen
genotype
paren
karyotype
karyogram
autosomen
homologe chromosomen
geslachtschromosomen
gen
genoom
nucleotiden
basenparing
DNA-sequentie
allel
genexpressie
inactivatie
milieufactoren
modificatie
aangeboren afwijking
erfelijke ziekte

Slide 3 - Slide

Fenotype vs. genotype

Slide 4 - Slide

Karyogram

Slide 5 - Slide

Karyogram
mens
  •  23 sets -> 46 chromosomen
  • set = homologe chromsomen
  • 1 van vader en 1 van moeder
  • in G2 fase tot mitose bestaande uit 2 kopieën
  • van groot -> naar klein
  • #23 =  geslachtschromosomen

Slide 6 - Slide

DNA - DesoxyriboNucleicAcid - desoxyribonucleïnezuur
DNA is opgebouwd uit 4 verschillende bouwstenen (nucleotide); A,C,T,G

Elk nucleotide is opgebouwd uit 
3 onderdelen:
1. fosfaat
2. desoxyribose (suiker)
3. stikstofbase 
engels                                  nederlands

Slide 7 - Slide

Baseparing

Slide 8 - Slide

genen - genoom
genen:
deel van het chromosoom dat de informatie bevat voor een specifieke eigenschap

genoom:
alle het DNA in de cel

Slide 9 - Slide

genen - allel
gen 
1 specifieke eigenschap 
(vb. bruin haar)

allel
een variant van een gen 
(vb. bruin, blond, zwart, rood haar)

Slide 10 - Slide

Gen expressie

<- gen inactivatie


<- gen expressie

Slide 11 - Slide

genregulatie
genen kunnen:
geactiveerd = actief = aangezet worden -> wel zichtbaar
 geïnactiveerd = inactief = uitgezet worden -> niet zichtbaar

nodig voor: 
celspecialisatie

Slide 12 - Slide

invloeden genregulatie
milieu 
(vb.: temperatuur, luchtvochtigheid, luchtkwaliteit, roken)

modificatie (zowel erfelijk als niet-erfelijk)
(vb. erfelijk: mutatie - niet erfelijk: een tak die afbreekt)

Slide 13 - Slide

Oorzaken mutaties

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Vragen rondje!

Slide 16 - Slide

Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde (1)…………………… De tweeling wordt bij de geboorte uit elkaar gehaald en groeit niet samen op.
A
haren
B
fenotype
C
genotype
D
omgeving

Slide 17 - Quiz

Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde genotype De tweeling wordt bij de geboorte uit elkaar gehaald en groeit niet samen op. Hierdoor heeft het ene meisje een blond haar en het andere meisje donkerblond haar. Het (2) …………………… van de meisjes is verschillend.
A
haren
B
fenotype
C
genotype
D
omgeving

Slide 18 - Quiz

Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde genotype De tweeling wordt bij de geboorte uit elkaar gehaald en groeit niet samen op. Hierdoor heeft het ene meisje een blond haar en het andere meisje donkerblond haar. Het fenotype van de meisjes is verschillend. Dit komt door de (3)……………………
A
haren
B
fenotype
C
genotype
D
omgeving

Slide 19 - Quiz

De karyogrammen:
A
Links man Rechts vrouw
B
Links vrouw Rechts vrouw
C
Links man Rechts vrouw
D
Links vrouw Rechts man

Slide 20 - Quiz

Iemand ziet er niet zo vrolijk uit. Dit is een uiting van het:
A
haren
B
fenotype
C
genotype
D
omgeving

Slide 21 - Quiz

Iemand heeft de bloedgroep AB, dit is bepaald door het:
A
haren
B
fenotype
C
genotype
D
omgeving

Slide 22 - Quiz

Erfelijke eigenschappen
Modificaties
bladerende naar het licht zijn gegroeid
behaarde geranium bladeren
haar blonderen
bruine ogen
een zachte huid
een zongebruinde huid
taaislijm ziekte

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Slide

huiswerk
opdrachten 1 t/m 7
verdieping? opdracht 8 t/m 10

Slide 25 - Slide