les 5 Inleiding, kern en slot g

Welkom
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Eerst een korte terugblik
tekstsoorten
onderwerp en hoofdgedachte

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les :

  • weet je hoe teksten zijn opgebouwd
  • weet je waarom teksten zo zijn opgebouwd
  • Kun je zelf de opbouw van teksten indelen 
  • weet je hoe alinea's zijn opgebouwd

Slide 4 - Slide

Inleiding, kern en slot
  • Elke goed geschreven of gesproken tekst heeft een opbouw.
  • Die opbouw bestaat uit een inleiding, een kern en een slot.
  • Ook als je zelf een tekst schrijft, gebruik je deze opbouw.




Slide 5 - Slide

Inleiding
  • Elke tekst begint met een inleiding van meestal één alinea.

  • Deze inleiding heeft één of meer van de volgende drie functies:

  1. Aandacht trekken van het publiek;
  2. Het publiek motiveren om de tekst te lezen of te blijven luisteren;
  3. Informatie geven over wat komen gaat.

Slide 6 - Slide

Middenstuk
  • De kern is het middenstuk en bestaat vaak uit meer dan één alinea.
 
  • Als je zelf een tekst schrijft, vertel je in dit stuk waar het om draait: je boodschap.
 
Het onderwerp dat in de inleiding kort genoemd is, wordt in het middenstuk verder uitgewerkt. Het middenstuk bevat vaak meerdere deelonderwerpen, die te herkennen zijn aan de tussenkopjes en alinea's 
 


Slide 7 - Slide

Slot
Het slot is het laatste deel van de tekst en heeft meestal één of meer van de volgende vier functies:
 
  1. Een samenvatting geven;
  2. Een conclusie trekken;
  3. Naar de toekomst kijken;
  4. Een vraag meegeven aan de lezer.

Slide 8 - Slide

Inleiding, middenstuk en slot
Inleiding

  • aandacht trekken van het publiek;
  • het publiek motiveren om de tekst te lezen 
  • informatie geven over wat komen gaat.

Middenstuk:
  • Je verhaal/de boodschap
  • Alinea’s en tussenkopjes
  • Bepaalde volgorde en structuur

Slot
  • een samenvatting geven;
  • een conclusie trekken;
  • naar de toekomst kijken;
  • een vraag meegeven aan de lezer.





Slide 9 - Slide

opbouw alinea
  • In iedere alinea staat een kernzin.
  • Deze zin is het belangrijkst in een alinea
  • Deze zin kan op twee plaatsen in een alinea staan

Slide 10 - Slide

Kernzin aan het begin van de alinea
Staat de kernzin vooraan, dan komt daarna een uitleg.

Voorbeeld tekst blz 31 
"Het pioppi-dieet : opeens prees iedereen het aan......"

Slide 11 - Slide

Kernzin aan eind van de alinea
Staat de kernzin aan het eind , dan komt daarna een samenvatting of een conclusie 

Voorbeeld tekst blz 31 
"Het gaat juist om de variatie van de producten die op de schijf van vijf staan.

Slide 12 - Slide

Aan het werk
Maken opdrachten t/m opdracht 19 ( blz 33) 

Slide 13 - Slide