Voortplanting

Voortplanting Kennischeck
Wat is voortplanting?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Voortplanting Kennischeck
Wat is voortplanting?

Slide 1 - Slide

Sleep de roze beschrijvingen naar het goede groene begrip. 
T1
Ongeslachtelijke voortplanting
Geslachtelijke voortplanting
Bij voortplanting vindt bevruchting plaats
 Een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme
Voortplanting met geslachtscellen. 
Alle nakomelingen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen

Slide 2 - Drag question

Na een meiose heeft de dochtercel...
A
het gewone aantal chromosomen
B
de helft van het normale aantal chromosomen
C
Het dubbele van het normale aantal chromosomen
D
evenveel chromosomen als de moedercel

Slide 3 - Quiz

Delingsproces
In de afbeelding zijn delende cellen van een diploïd individu schematisch weergegeven.
Voor dit individu geldt: 2n = 6.
Welk delingsproces kan zijn weergegeven in figuur 1? En welk in figuur 2?
A
figuur 1: meiose I en mitose figuur 2: alleen meiose II
B
figuur 1: alleen meiose I figuur 2: meiose I en mitose
C
figuur 1: alleen meiose I figuur 2: alleen mitose
D
figuur 1: alleen meiose I figuur 2: alleen meiose II

Slide 4 - Quiz

Geeft de grafiek mitose of meiose aan?
Leg uit hoe je dit kan zien in de grafiek

Slide 5 - Open question

Bijbal
Prostaat
Teelbal
Urineblaas
Zaadblaasje
Zwellichaam

Slide 6 - Drag question

Hormonen uit de hypofyse stimuleren de teelballen om zaadcellen te maken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Erik zegt dat de voorhuid de huidplooi is waarin de teelballen en bijballen liggen.
Ernesto zegt dat de temperatuur in de buikholte iets lager is dan die in de balzak.
A
Erik en Ernesto hebben gelijk
B
Erik heeft gelijk
C
Ernesto heeft gelijk
D
Erik en Ernesto hebben beide geen gelijk

Slide 8 - Quiz

Eileider
Eisprong
Eierstok
Eicel
Follikel 

Slide 9 - Drag question

Wat is de functie van de menstruatie?

Slide 10 - Open question

Wat is de functie van het hormoon FSH?
A
stimuleert de vorming van het gele lichaam
B
start de eisprong/ovulatie
C
stimuleert de follikelgroei
D
stimuleert het dikker worden van baarmoederslijmvlies

Slide 11 - Quiz

Het follikel produceert voor de eisprong oestrogeen, na de eisprong ook progesteron.
Wat is het effect van progesteron?
A
Progesteron start het afbreken van het baarmoederslijmvlies
B
Progesteron veroorzaakt de ovulatie
C
Progesteron laat de eicel groeien
D
Progesteron houdt het baarmoederslijmvlies in stand

Slide 12 - Quiz

Om zwanger te worden, moet een eicel bevrucht worden.
Waar vindt bevruchting plaats?
A
in de baarmoeder
B
in de vagina
C
in de eierstok
D
in de eileider

Slide 13 - Quiz

Beau is net bevallen van een tweeling, een jongen en een meisje.
wat voor een tweeling is dit?
A
twee-eiige tweeling
B
Siamese tweeling
C
eeneiig tweeling
D
tweeslachtige tweeling

Slide 14 - Quiz

Beschermt de baby tegen harde geluiden en stoten.
Een baby van 6 weken oud in de baarmoeder.
Een baby van 18 weken oud in de baarmoeder.
Een stevig koord waarin bloedvaten lopen van en naar de navel van de baby.
Hier vindt de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen plaats.
Houdt de baby en de vloeistoffen bij elkaar.
Tijdens de zwangerschap groeit niet alleen de baby in de baarmoeder, er ontstaan ook andere delen.

Zoek bij elke omschrijving het juiste deel.
foetus
navelstreng
vruchtwater
placenta
vruchtvliezen
embryo

Slide 15 - Drag question