2htvtb: week 22 les 1 cursus 5 §8 telwoord

week 22 les 2 - 2htvtb
  • 10 minuten stillezen
  • Korte herhaling werkwoorden
  • Uitleg §6 telwoorden
  • Oefenen §6 + §8
timer
10:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

week 22 les 2 - 2htvtb
  • 10 minuten stillezen
  • Korte herhaling werkwoorden
  • Uitleg §6 telwoorden
  • Oefenen §6 + §8
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Werkwoorden
Welke soort werkwoorden zijn er?

Slide 2 - Slide

Werkwoorden
  • zelfstandig werkwoord
  • koppelwerkwoorden
  • hulpwerkwoorden

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert wat een zelfstandig, hulp- en koppelwerkwoorden koppelwerkwoord is.
  • Je leert wat het verschil is tussen zelfstandige, hulp- en koppelwerkwoorden.

  •  Je leert bepaalde en onbepaalde hoofd- en rangtelwoorden te herkennen.

Slide 4 - Slide

Welke woorden geven een hoeveelheid aan?

  • Getallen (bijv. één, negen, driehonderddrieënveertig, vijf miljoen)

  • Hoeveelheidswoorden: veel, weinig, enkele, wat (=een beetje)

Slide 5 - Slide

Hoe geef je een volgorde aan?
  • Cijferwoorden zoals: eerste, tweede, dertiende
  • Rangwoorden zonder cijfer: Laatste, middelste, zoveelste

Slide 6 - Slide

Hoe heten deze woorden bij woordbenoeming?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoofd-en rangtelwoorden

hoofdtelwoorden (htw):

geven een hoeveelheid aan

1, één, 8, acht, 35, vijfendertig, 1000, duizend

rangtelwoorden (rtw):

geven een volgorde aan

eerste, 1e, tweede, 2e, 120e, honderdtwintigste 

Slide 9 - Slide

Bepaald hoofdtelwoord


Noemt een bekend aantal of bekende hoeveelheid

Voorbeeld

Zeven boeken, zesendertig koeien, drie vijfde van de klas

Slide 10 - Slide

Onbepaald hoofdtelwoord


Noemt een onbekend aantal of onbekende hoeveelheid

Voorbeeld

Veel boeken, weinig koeien, enkele leerlingen


Slide 11 - Slide

Bepaald rangtelwoord


Geeft een bekende plaats in een rij aan

Voorbeeld

Zevende, zesendertigste

Slide 12 - Slide

Onbepaald rangtelwoord


Geeft een onbekende plaats in een rij aan

Voorbeeld

Middelste, zoveelste, laatste, hoeveelste

Slide 13 - Slide

Nog even op een rijtje

Slide 14 - Slide

Even oefenen...

Slide 15 - Slide

4
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 16 - Quiz

veel
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 17 - Quiz

vijfde
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 18 - Quiz

zoveelste
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 19 - Quiz

sommige
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 20 - Quiz

Alle leerlingen hebben voor die toets een voldoende gehaald.
Welk woord is 'alle'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 21 - Quiz

Het 6e lesuur zijn wij vrij.

wat is 6e?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je
"tweede - tachtigste - honderdste"?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 23 - Quiz

Twee derde van mijn klas haalde voor die toets een cijfer hoger dan een voldoende.
A
Twee derde = bepaald hoofdtelwoord
B
Twee derde = bepaald rangtelwoord

Slide 24 - Quiz

Zelf oefenen
Wat: Maak van cursus  5 § 6 zelfstandig, koppel- en hulpwerkwoord opdr. 1 t/m 4  af p. 216-217 en werk aan § 8 Telwoord p. 220-221
Hoe:  Individueel, maar je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit. 
Hulp: Theorie uit je boek of internet.
Tijd: 15 min.
Uitkomst: Geoefend met de verschillende soorten werkwoorden en telwoorden
Klaar?
huiswerk of leesboek
timer
15:00

Slide 25 - Slide