Tijdens een gewapende overval in een supermarkt wordt Mark gedwongen om mee te werken door de overvaller, die hem bedreigt met een vuurwapen. Mark, die al lange tijd lijdt aan ernstige posttraumatische stressstoornis (PTSS) als gevolg van eerdere traumatische gebeurtenissen, raakt in een staat van dissociatie en voert de bevelen van de overvaller uit zonder zich volledig bewust te zijn van zijn acties.
Op welke strafuitsluitingsgrond kan Mark een beroep doen?