This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Vincent van Gogh, De Zaaier, 1888
Slide 1 - Slide
Lesdoel vandaag:
Aan het einde van deze les kun je a.d.h.v. de gelijkenis van 'de Zaaier' uitleggen wat een gelijkenis is en waarom Jezus dit gebruikt om duidelijk te maken hoe je bij het Koninkrijk van God kunt horen. J
Slide 2 - Slide
Lesplanning
Les 1: intro gelijkenissen, de Zaaier
Les 2: de verloren zoon
Les 3: de barmhartige Samaritaan
Les 4: de rijke man en de arme Lazarus
Les 5: werkles (film voorbereiden)
Les 6: werkles (film maken)
Les 7: film presenteren
Slide 3 - Slide
Waarom leren over gelijkenissen?
Deze verhalen die Jezus vertelde kun je op verschillende plekken in de maatschappij tegenkomen, denk bijv. aan de kunst (Van Gogh uit 1888)
Slide 4 - Slide
Wat is een gelijkenis?
Als Jezus de mensen uitleg gaf, vertelde Hij vaak gelijkenissen of parabels. Jezus maakt in deze verhalen gebruik van heel gewone dingen om zijn punt duidelijk te maken: een schaap, dat weggelopen is, een visser die een net uitgooit, een boer die zijn land inzaait, enzovoort.
Slide 5 - Slide
Wat is dus een gelijkenis?
Een gelijkenis is een verhaal
over een alledaagse situatie,
met een verrassende wending
en een verborgen boodschap.
Slide 6 - Slide
Wat is de bedoeling ervan?
De boodschap wil jou veranderen, bijvoorbeeld:
Wat je doet
Wat je denkt
Wat je overtuiging is
Slide 7 - Slide
Welke kenmerken heeft een gelijkenis?
A
het is een verhaal over schapen
B
het is een verhaal met een vraag
C
het is een verhaal met een boodschap
D
het is een onbegrijpelijk verhaal
Slide 8 - Quiz
Het Koninkrijk van God
Jezus vertelt in zijn onderwijs en gelijkenissen veel over een ander nieuw Koninkrijk, het Koninkrijk van God. Daarover heb je in H7 al eerder iets geleerd. Wat was dit ook alweer?
Slide 9 - Slide
WAT is het 'Koninkrijk van God'?
Het woord koninkrijk betekent in het Grieks ook koningschap. Dat is voor ons verwarrend omdat wij bij ‘koninkrijk’ altijd meteen aan een grondgebied denken. Het Koninkrijk der Nederlanden bijvoorbeeld. Ook al zou je als Nederlander in Amerika zijn, Willem Alexander is je koning.
Slide 10 - Slide
WAAR is het Koninkrijk van God?
Het koninkrijk van God heeft nog geen grondgebied, maar wel onderdanen. Je hoort er bij als Jezus je koning is. Het is overal waar mensen Jezus als Koning erkennen. De beroemde Bergrede in de Bijbel is de wet die bij dit Koninkrijk hoort.
Slide 11 - Slide
Wat is waar over het Koninkrijk van God?
A
Iedere Nederlander hoort er bij
B
Je kunt het vinden in Palestina / Israël
C
De hoofdstad ervan is Rome
D
Iedere Christen hoort er bij
Slide 12 - Quiz
Pak een Bijbel en Lucas 13 waarin Jezus de gelijkenis van de zaaier vertelt. Bekijk daarna het filmpje.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Wat is het alledaagse in dit verhaal?
A
de boer die het land inzaait
B
de plaatsen waar de boer zaait
C
de oogst aan het einde
D
alle drie zijn juist
Slide 15 - Quiz
Wat is de verrassende wending in dit verhaal?
A
de boer die het land inzaait
B
de plaatsen waar de boer zaait
C
de oogst aan het einde
D
alle drie zijn juist
Slide 16 - Quiz
Wat zou Jezus bedoelen met het zaad?
A
dat is gewoon zaaizaad
B
dat zijn de mensen die luisteren
C
dat zijn de lessen die hij
de mensen leert
Slide 17 - Quiz
Wat is de boodschap (of bedoeling) van de gelijkenis van de zaaier ?
A
je moet goed opletten waar je zaait
B
je kunt er niets aan doen of je succes hebt
C
goede raad moet je omzetten in daden
D
alle drie zijn juist
Slide 18 - Quiz
Maak de volgende sleepvraag.
Check of je de betekenis van deze gelijkenis hebt begrepen.
Slide 19 - Slide
Een voorbeeld voor iemand die het woord hoort en direct enthousiast is. Maar het zit niet diep, het is oppervlakkig. Zo gauw er tegenslag is, geeft hij het geloof op.
Een voorbeeld voor iemand die wel luistert, maar het niet begrijpt en er niets mee doet.
Een voorbeeld voor iemand die het woord hoort en begrijpt en ernaar leeft.
Dit zaad is een voorbeeld voor iemand die Gods Woord wel gehoord heeft, maar er geen aandacht aan besteedt. Het gewone leven neemt hem teveel in beslag.
Jezus zelf is de zaaier. Maar de mensen luisteren er heel verschillend naar.
Iemand ging naar zijn land om te zaaien.
Een deel viel op de weg. De vogels aten het zaad op.
Een deel viel op rotsachtige grond. Een dun laagje aarde. De vrucht schoot snel op, maar verdorde toen de zon erop scheen.
Een deel viel tussen de distels en verstikte.
Een deel viel op de goede grond en bracht veel vrucht op.
Slide 20 - Drag question
Waaraan kun je merken of iemand bij het Koninkrijk van God hoort? Denk aan de gelijkenis!
Slide 21 - Open question
Wat is volgens jou Jezus' boodschap met dit verhaal?