Drogredenen

DROGREDEN

Hoe argumentatie ook totaal fout kan gaan 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

DROGREDEN

Hoe argumentatie ook totaal fout kan gaan 

Slide 1 - Slide

Noem de 3 typen standpunten.

Slide 2 - Open question

Noem de 2 typen argumenten.

Slide 3 - Open question

Geef minimaal 3 verschillende soorten argumenten (argumentatieschema's).

Slide 4 - Open question

Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?

Slide 5 - Slide

Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld

Slide 6 - Quiz

Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg

Slide 7 - Quiz

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welke drogreden werd door Prem gebruikt?
A
Verkeerde vergelijking
B
Bespelen van het publiek
C
Persoonlijke aanval
D
Onjuist beroep op autoriteit

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Welke drogreden gebruikt Gordon hier, naast de persoonlijke aanval?
A
Bespelen van het publiek
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overhaaste generalisatie
D
Cirkelredenering

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Welke drogreden gebruikt Arjen Lubach hier?
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van bewijslast
C
Vertekenen van het standpunt
D
Overhaaste generalisatie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Welke drogreden gebruikt Johan Derksen hier?
A
Verkeerde vergelijking
B
Vertekenen van het standpunt
C
Persoonlijke aanval
D
Cirkelredenering

Slide 19 - Quiz

En nu....
* Ga je naar Nieuw Nederlands Cursus 6, §4 Drogredenen,
* Maak je opdracht 1 tot en met 4.

Slide 20 - Slide