Brieftoets Kapitel 2+ Redemittel Ferien und Reisen
Datum : 12 maart
(stof staat op SOM)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Brieftoets Kapitel 2+ Redemittel Ferien und Reisen
Datum : 12 maart
(stof staat op SOM)
Slide 1 - Slide
Wechselpräpositionen zijn keuzevoorzetsels. Hiernaast zie je de 9 voorzetsels waar het om gaat.
De 9 keuzevoorzetsels zijn:
an: aan
auf: op
hinter: achter
in: in
neben: naast
über: boven / over
unter: onder
vor: voor
zwischen: tussen
Slide 2 - Slide
Je moet volgende vragen stellen:
* Is het een situatie?
.... dan 3e naamval
b.v. Der Hund schwimmt indem Teich (m).
* Is het een verandering van situatie?
... dan 4e naamval
b.v. Der Hund springt inden Teich (m).
(der Teich = de vijver)
Slide 3 - Slide
Achtung!
Als er geen sprake is van een tijdstip, je ergens bevinden of iets dat in beweging is of zich verplaatst dan kun je de 7/2 regel toepassen. Deze regelt stelt dat auf en über altijd de vierde naamval krijgen en de rest van de voorzetsels de derde naamva
Slide 4 - Slide
Vul in. Das Auto steht vor d...…. Garage(v).
Slide 5 - Open question
Antwoord + uitleg:
Vertaald: De auto staat vor d.... garage.
vor (voor) = keuzevoorzetsel
voor de garage staan geeft een situatie aan.
Dus Dativ (3e nv) vrouwelijk.
Antwoord: Das Auto steht vor der Garage.
Slide 6 - Slide
Vul in. Das Heft fällt auf d...…...Boden(m).
Slide 7 - Open question
Antwoord + uitleg:
Vertaald: Het schrift valt op de grond.
op = keuzevoorzetsel
op de grond vallen geeft een verandering van situatie aan:
Dus Akkustiv (4e nv) mannelijk.
Antwoord: Das Heft fällt auf den Boden.
Slide 8 - Slide
Das Buch liegt auf d... Tisch(m).
A
dem
B
den
C
der
D
das
Slide 9 - Quiz
Antwoord + uitleg:
Vertaald: Het boek ligt op de tafel.
op = keuzevoorzetsel
op de tafel liggen geeft een situatie aan.
Dus Dativ (3e nv) mannelijk.
Antwoord: Das Buch liegt auf dem Tisch.
Slide 10 - Slide
Das Bild hängt an d.... Wand(v).
A
die
B
den
C
dem
D
der
Slide 11 - Quiz
Antwoord + uitleg:
Vertaald: De foto hangt aan de muur.
an (aan) = keuzevoorzetsel
aan de muur hangen geeft een situatie aan.
Dus Dativ (3e nv) vrouwelijk.
Antwoord: Das Bild hängt an der Wand.
Slide 12 - Slide
Vul in. Ich lege deinen Schlüssel auf d... Tisch(m).
Slide 13 - Open question
Antwoord + uitleg:
Vertaald: Ik leg jouw sleutel op de tafel.
auf (op) = keuzevoorzetsel
op de tafel leggen geeft een verandering van situatie aan:
Dus Akkustiv (4e nv) mannelijk.
Antwoord: Ich lege deinen Schlüssel auf den Tisch.
Slide 14 - Slide
Vul in. Stehst du immer so lange vor d.... Spiegel (m)?
Slide 15 - Open question
Antwoord + uitleg:
Vertaald: Sta jij altijd zo lang voor de spiegel?
vor (voor) = keuzevoorzetsel
voor de spiegel staan geeft een situatie aan.
Dus Dativ (3e nv) mannelijk.
Antwoord: Stehst du immer so lange vor dem Spiegel?
Slide 16 - Slide
Vul in. Ich warte (voor de) Apotheke (v).
Slide 17 - Open question
Antwoord + uitleg:
Vertaald: Ik wacht voor de apotheek.
vor (voor) = keuzevoorzetsel
voor de apotheek wachten geeft een situatie aan.
Dus Dativ (3e nv) vrouwelijk.
Antwoord: Ich warte vor der Apotheke (v).
Slide 18 - Slide
Vul in. Mein Opa setzt sich (op de) Bank (v) im Park.
Slide 19 - Open question
Antwoord + uitleg:
Vertaald: Mijn opa gaat op de bank in het park zitten.
auf (op) = keuzevoorzetsel
op de bank gaan zitten is een verandering van situatie:
Dus Akkustiv (4e nv) vrouwelijk.
Antwoord: Mein Opa setzt sich auf die Bank (v) im Park.
Slide 20 - Slide
Vul in. Ich habe Angst (voor deze) Spinnen (mv).
Slide 21 - Open question
Antwoord + uitleg:
Vertaald: Ik ben bang voor deze spinnen
vor (voor) = keuzevoorzetsel
bang zijn voor is GEEN (verandering van) situatie:
Dus 7/2-regel
vor hoort bij de 7 voorzetsels: 3e nv, meervoud
Antwoord: Ich habe Angst vordiesen Spinnen(mv).
Slide 22 - Slide
Vul in. Ich freue mich (op jullie) Besuch(m).
Slide 23 - Open question
Antwoord + uitleg:
Vertaald: Ik verheug me op jullie bezoek.
auf (op) = keuzevoorzetsel
sich freuen auf is GEEN (verandering van) situatie: