EOA5
1 / 39
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
15 x 20 =
A
300
B
400
C
500
D
600
Slide 2 - Quiz
22 x 5 =
A
100
B
110
C
120
D
130
Slide 3 - Quiz
40 x 4000=
A
16.000
B
160.000
C
1.600.000
D
16.000.000
Slide 4 - Quiz
25 x 8 =
A
100
B
150
C
160
D
200
Slide 5 - Quiz
Hoeveel dagen heeft een jaar?
A
360
B
365
C
366
D
1000
Slide 6 - Quiz
17 + 17 + 17 + 17 + 17 =
A
20
B
62
C
80
D
85
Slide 7 - Quiz
65 x 4 =
A
200
B
250
C
260
D
300
Slide 8 - Quiz
112 x 3 =
A
224
B
226
C
333
D
336
Slide 9 - Quiz
Hoeveel nullen heeft een miljoen?
A
3
B
5
C
6
D
7
Slide 10 - Quiz
14 x (8 - 6)=
A
28
B
102
C
106
D
196
Slide 11 - Quiz
5,7386 afgerond op één decimaal is ...
A
5,7
B
5,74
C
5,8
D
5
Slide 12 - Quiz
50% van 70
A
35
B
20
C
70,50
D
30
Slide 13 - Quiz
20% van 25
A
5
B
20
C
2,50
D
5,50
Slide 14 - Quiz
0,9 x 8 =
A
7,2
B
7,6
C
5,6
D
6,4
Slide 15 - Quiz
2 etmaal = ... uur
A
12
B
24
C
36
D
48
Slide 16 - Quiz
1 ton = ... kg
A
10
B
100
C
1000
D
10.000
Slide 17 - Quiz
Hoeveel graden verschil?
A
10
B
6
C
8
D
4
Slide 18 - Quiz
Wat is de inhoud?
A
20 cm³
B
40 cm³
C
60 cm³
D
80 cm³
Slide 19 - Quiz
Welke breuk is
het grootst?
het grootst?
A
7/9
B
9/10
Slide 20 - Quiz
368 + 447 =
A
750
B
769
C
815
D
825
Slide 21 - Quiz
Welk getal is het grootst?
A
1,09
B
0,89
C
1,1
D
0,9
Slide 22 - Quiz
8 - 2,29 =
A
5,51
B
5,61
C
5,71
D
6,71
Slide 23 - Quiz
een vijfde deel van 225
A
35
B
45
C
55
D
60
Slide 24 - Quiz
15 - 22 =
A
7
B
-7
C
-2
D
-5
Slide 25 - Quiz
4,65 + 0,7 =
A
6,45
B
7,35
C
6,35
D
5,35
Slide 26 - Quiz
5 L = ... ml
A
5
B
50
C
500
D
5000
Slide 27 - Quiz
Oppervlakte driehoek
ABC is?
ABC is?
A
12
B
6
C
10
D
7,5
Slide 28 - Quiz
Welk wiskundig ruimtefiguur?
Hoe noem je dit ruimtefiguur?
A
balk
B
kubus
C
puzzel
D
kegel
Slide 29 - Quiz
Ditruimtefiguur is een...
A
bol
B
balk
C
kegel
D
cilinder
Slide 30 - Quiz
Wat voor ruimtefiguur is dit?
A
balk
B
prisma
C
piramide
D
kegel
Slide 31 - Quiz
Dit ruimtefiguur is een . . .
Hoe noem je dit ruimtefiguur?
A
balk
B
bol
C
pyramide
D
cilinder
Slide 32 - Quiz
Hoe laat is het?
A
5 uur
B
half 8
C
kwart voor 4
D
10 over half 5
Slide 33 - Quiz
Hoeveel in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%
Slide 34 - Quiz
Wat is de omtrek?
A
76 dm
B
95 dm
C
114 dm
D
133 dm
Slide 35 - Quiz
Welke uitslag is van een balk?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 36 - Quiz
Welke uitslag is van een cilinder?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 37 - Quiz
Je ziet vier dozen. Eén van deze
dozen is ook uitgevouwen
getekend. Welke?
dozen is ook uitgevouwen
getekend. Welke?
A
B
C
D
Slide 38 - Quiz
A
40
B
19
C
28
D
16
