Verkiezingen: Op wie ga jij stemmen?

Doelen
Je leert :
  • wat er tijdens verkiezingen gebeurd
  • dat er verschillende politieke partijen zijn
  • het verschil tussen linkse en rechtse partijen
  • wat er tijdens een verkiezingscampagne gebeurd
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Doelen
Je leert :
  • wat er tijdens verkiezingen gebeurd
  • dat er verschillende politieke partijen zijn
  • het verschil tussen linkse en rechtse partijen
  • wat er tijdens een verkiezingscampagne gebeurd

Slide 1 - Slide

Noem zoveel mogelijk politieke partijen

Slide 2 - Mind map

Verkiezingen
  • 18 jaar, dan stemmen
  • je stemt op een persoon en die neemt namens jou beslissingen
  • de meeste mensen zijn lid van een politieke partij
  • elke partij heeft z'n eigen plannen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

linkse en rechtse partijen
Linkse partijen vinden dat de overheid mensen moet helpen die weinig geld hebben
( goede uitkeringen, meer belasting voor mensen met meer geld)
voorbeelden: PvdA, SP, GroenLinks en DENK)

Rechtse partijen vinden dat de overheid zo weinig mogelijk moet regelen
Mensen moeten zoveel mogelijk zelf beslissen en hun problemen zelf oplossen.
( mensen met een bedrijf mogen veel meer verdienen, een baas moet je kunnen ontslaan als zij dat wil)

Slide 5 - Slide

middenpartij
Sommige partijen zitten tussen rechts en links in
Ze vinden dat mensen voor elkaar moeten zorgen, maar als het misgaat moet de overheid wel helpen.
( bijv. een opvoedcursus voor ouders als hun kind crimineel wordt.)

Slide 6 - Slide

opdracht( samenwerken)
Lees de tekst van blz 68 die je gekregen hebt
Maak daarna opdracht 1 en 2
Tijd: 4 minuten

Slide 7 - Slide

STELLING
Politiek is bullshit. Ik merk toch niet dat ze iets doen. Problemen zoals criminaliteit kunnen ze toch niet oplossen

Slide 8 - Slide

Opdrachten (zelfstandig)
Maak vanaf blz 70
opdracht: 4, 5, 6

Slide 9 - Slide

Een linkse partij vind dat de overheid mensen moet helpen die weinig geld hebben
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

Een middenpartij vindt dat je dingen zoveel mogelijk zelf moet regelen
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

Bij welke partij hoort de volgende vraag?
De uitkeringen moeten omhoog zodat arme mensen het beter hebben
A
links
B
rechts
C
midden

Slide 12 - Quiz

De directeur van een groot bedrijf mag ook heel veel verdienen.
A
links
B
rechts
C
midden

Slide 13 - Quiz

opdracht
Kijk naar pagina 72 en 73
Maak de opdracht:
Welke partij?

Slide 14 - Slide