Les Woordenboekgebruik

Leesvaardigheid Duits
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid Duits

Slide 1 - Slide

Lernziel dieser Stunde:

Je bent in staat om op de juiste manier een woordenboek te gebruiken!

Slide 2 - Slide

Waarom leren we dit?
1. Omdat het examen Duits uit leesvaardigheid bestaat  en daar      heb je een woordenboek bij nodig;
2. Als je weet hoe woorden in het woordenboek moet 
    opzoeken,  zul je het woordenboek beter kunnen gebruiken;
3. Als je weet hoe je woorden moet opzoeken, bespaart dit                  je tijd.
 

Slide 3 - Slide

woordenboek
Thuis: www. uitmuntend.de

Slide 4 - Slide

Vertel eens........
  •  Gebruik jij vaak een woordenboek?
  •  waarom wel/niet?

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je een woordenboek?

  • moet je alle woorden die je niet kent opzoeken?
  • waarom wel/niet?

Slide 6 - Slide

Woordenboekgebruik
  • Je hoeft niet alle woorden op te zoeken die je niet kent!
  • Je zoekt alleen de woorden op die belangrijk zijn om de              zin/tekst te begrijpen!!
  • Het gaat erom dat je de hoofdlijnen van een tekst begrijpt!

Slide 7 - Slide

Weten
  Je hoeft niet altijd direct een woord op te zoeken:
  • Soms kun je het woord 'herkennen', bijvoorbeeld aan:                de klank of omdat het op een Nederlands woord lijkt
  • Soms kun je de betekenis van een woord uit de context            halen:                                                                                                           Zwei Jungen aus Berlin konnten ihr Haus nicht mehr finden,  sie hatten sich verirrt.

Slide 8 - Slide

Let op:
Je vindt niet alle vormen van woorden in het woordenboek!

We bespreken:         * werkwoorden
                                        * meervoud
                                        * samengestelde woorden
                                        * woorden met meerdere betekenissen

Slide 9 - Slide

Werkwoorden
WETEN:

  • werkwoordsvormen staan niet in het woordenboek:                                      je vindt  alleen het hele werkwoord!

Slide 10 - Slide

Weten
Om het hele werkwoord te vinden, moet je werkwoordsvormen ombuigen naar het hele werkwoord! (STAM + -en)

  • ESTTENTEN-regel
  • Verleden tijd
  • Voltooid deelwoord (ge+stam+t (soms -en) of stam +t

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zoek op in het woordenboek:
-gebremst-

Slide 13 - Open question

MEERVOUD
WETEN:

  • Meervouden staan niet in het woordenboek:                                       je vindt alleen het enkelvoud!
 
Tip: zoek naar het woord zonder de laatste letter(s)!

Slide 14 - Slide

Zoek op in het woordenboek:
-Mitglieder-

Slide 15 - Open question

SAMENGESTELDE WOORDEN
WETEN:
  • samengestelde woorden moet je 'uit elkaar halen':

  1. kijk uit wat voor delen ze bestaan (let op de verbindingsletter)
  2. haal die delen op de juiste plek uit elkaar
  3. zoek elk deel op en maak er weer een heel woord van
  4. ook woordjes als un- (unsicher) en mit-  (mitlaufen) zijn delen van een samenstelling!




Slide 16 - Slide

Uit welke twee woorden bestaat;
-Kindheitstraum-

Slide 17 - Open question

Wat betekent:
-Berufswechsel-

Slide 18 - Open question

MEERDERE BETEKENISSEN

  • gebruik niet de eerste betekenis die in het woordenboek     staat, maar kijk of het past in de zin!




Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Vertaal 'net' in deze zin:
Ich habe ...... (net) ein neues Handy gekauft.

Slide 21 - Open question

OPDRACHT
Wat?           de betekenis van woorden vinden in een tekst
Hoe?           je krijgt een tekst en je vertaalt de dikgedrukte woorden 
                      Geef aan hoe je de betekenis hebt gevonden: 'herkent', uit de 
                      context of met behulp van het woordenboek 
Hulp?         je gebruikt de strategieën die ik net heb besproken en  een 
                     woordenboek, (thuis: www.uitmuntend.de)
Tijd?           10 minuten
Uitkomst? we bespreken het gezamenlijk
Klaar?         begin met het huiswerk voor deze week:  Maken: Aufgabe 12 auf Seite 102-104
                      (Online: K6-D: Lesen-Aufgabe 12)











Slide 22 - Slide

Even de leerdoelen herhalen:
Wat heb je geleerd?
(1) Nächstes Wochenende nutzt Fußballer Niklas Stark (22) die Länderspielpause, um seine Familie zu besuchen. 
Stark verrät: „Die freien Tage haben den Vorteil, dass ich mich mal wieder bei meiner Oma blicken lassen kann. 
Ich habe nämlich ihren Geburtstag verpasst. Sie kocht immer für mich, wenn ich komme. 
Nirgendwo schmeckt das Essen so gut wie bei ihr. Generell tut mir die Heimatluft auch gut.“

(2) Nach zuletzt drei englischen Wochen in Folge sammelt der Verteidiger so Kraft, um sich zurück in
 die Stammelf zu kämpfen. In dieser Spielzeit stand Stark erst vier Mal in der Stammelf. 
Letzte Saison war der U211)-Europameister unumstrittener Stammspieler. 
Stark: „Ich hatte durch die Europäische Meisterschaft die Trainingslager leider verpasst.
 Aber ich denke, ich habe mich ganz gut zurückgekämpft. Wir haben dieses Jahr einen guten breiten Stamm. 
Man muss richtig Gas geben, um eine Chance auf die Stammelf zu bekommen. Wir rotieren viel, 
jeder sitzt mal auf der Bank, das ist kein Problem. Wir brauchen jeden Spieler im Stamm, die Saison ist 
noch lang genug.“

naar: Fussball Bild, 09.10.2017

noot 1 U21: unter 21, jonger dan 21 jaar 






Slide 23 - Slide

Even de leerdoelen herhalen:
Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Slide