Dementie bij mensen met een beperking

Ouderen met een verstandelijke beperking
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ouderen met een verstandelijke beperking

Slide 1 - Slide

Ouderen met een verstandelijke beperking
Mensen met een verstandelijke beperking worden, net als mensen zonder verstandelijke beperking, steeds ouder.

Alleen bij mensen met een verstandelijke beperking kan dat is een vroeger stadium plaats vinden.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Op welke manier kan het zich uiten?
- lichamelijke ouderdomsverschijnselen zoals grijs haar, rimpelige huid en een slechtere motoriek
 - typische ouderdomskwalen zoals slechthorendheid,  slechtziendheid en dementie;
achteruitgang in tempo;
afname in kwaliteit van de zelfredzaamheid;
behoefte aan een rustiger leefwijze en rustiger tempo.



Slide 4 - Slide

Lichamelijke verouderingsverschijnselen
Achteruitgang in het functioneren van de zintuigen

Ouderdomsslechthorendheid en ouderdomsslechtziendheid komen regelmatig voor. 

Mensen met een verstandelijke beperking geven vaak niet zelf aan dat ze slechter horen, of slechter zien.

Slide 5 - Slide

Problemen met longen, hart en bloedvaten
Inspanningen, zoals traplopen, kosten steeds meer moeite:
 Er is sprake van kortademigheid. 

Daarnaast treedt vaker een hoge bloeddruk op en soms een CVA (cerebrovasculair accident, ook wel: hersenbloeding of herseninfarct). Een CVA heeft vaak grote gevolgen voor de ernst van de verstandelijke beperking en daarmee de zelfredzaamheid.

Slide 6 - Slide

Problemen met de motoriek


Bij oudere mensen gaat alles niet meer zo snel. 

Dit komt door zwakkere spieren, verstijving van de gewrichten, een minder goed evenwichtsgevoel en een tragere, meer onzekere motoriek. 

Slide 7 - Slide

Problemen met de motoriek

De zelfredzaamheid zal hierdoor meer tijd kosten. 
Ook het reactievermogen neemt af. 
Ongelukjes kunnen gemakkelijk het gevolg zijn. 
Een oudere valt eerder en breekt dan ook eerder iets.

Slide 8 - Slide

welke problemen kunnen zich nog meer voordoen?
-Problemen met de uitscheiding
-Veranderingen in slaapgedrag en in beleving van de slaap
Veranderingen van de huid
Problemen met de spijsvertering
Veranderingen in de hormoonhuishouding

Slide 9 - Slide

Psycho-sociale problemen
Cognitieve achteruitgang
Verlies van bezigheden
Verlies van sociale contacten
Besef dat het eigen levenseinde nadert
Gevoelens van afhankelijkheid en onzekerheid

Slide 10 - Slide

Ondersteuning
Mensen met dementie beleven de wereld anders. Hoe ‘hun wereld’ er precies uitziet, is niet bekend. 
Wel is bekend dat de ‘andere beleving’ gepaard gaat met veel onzekerheid en verwarring bij mensen met dementie. 
Het dementeringsproces versterkt de behoefte aan structuur en veiligheid. Iedere verandering, hoe klein ook, kan voor paniek en angst zorgen.

Slide 11 - Slide

Ondersteuning 
Het is belangrijk dat je bij mensen met een verstandelijke beperking die dementeren, de zelfredzaamheid zo lang mogelijk stimuleert. 

Je moet de verzorging en begeleiding telkens aanpassen aan de ondersteuningsvraag van de demente cliënt op dat moment. 

Slide 12 - Slide

Gedragsverandering
Een cliënt die altijd behulpzaam en vriendelijk is, kan opeens agressief gedrag gaan vertonen.

Reageert de cliënt agressief, stel hem dan zo veel mogelijk gerust. Blijf rustig en wijs de persoon niet af. Probeer het gedrag om te buigen door de cliënt af te leiden.

Slide 13 - Slide

Gedragsverandering
Dementie stelt begeleiders vaak voor emotionele moeilijkheden. 

Cliënten met dementie confronteren begeleiders met zichzelf, met gevoelens van verdriet, onmacht, onvrede, stress, angst, schaamte en/of frustratie.

Slide 14 - Slide

Focus op wat degene nog kan
Blijf vooral focussen op wat iemand met dementie nog wél kan. 

Blijf niet hangen in wat niet meer gaat. 

Slide 15 - Slide

Opdracht keuze: 
Bekijk welke tools er zijn voor jou als begeleider die je in kan zetten.
Kies 1 van de tools die je wilt inzetten of nader wilt onderzoeken.
Beargumenteer wat je goed vindt aan deze tool en op welke wijze je hier als begeleiding voordeel bij hebt.
https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/oudere-clienten/toolkit-ouderen

Slide 16 - Slide

Opdracht keuze:
Bekijk de minidocumentaire over dementie bij mensen met downsyndroom.
Beschrijf wat er veranderd aan het gedrag van Arnoud
Welke ondersteuning geeft de begeleiding?
Hoe is de familie bij het proces betrokken?
welke nieuwe inzichten heeft het je gegeven?
https://youtu.be/sGz8634J9QU

Slide 17 - Slide