This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
5V SK 17 Mei
Demo
herhaling additie ( ionair mechanisme)
nieuw: 1,4 -additie!!
Slide 1 - Slide
Doelen
- Kenmerken van additie reactie kunnen benoemen en onthouden
-1,2 en 1,4 -additie mechanisme kunnen doorgeven
Slide 2 - Slide
herhaling 4V: Additie reactie
C2H4 + Br2 → C2H4Br2
Br-atomen worden toegevoegd aan een alkeen
Slide 3 - Slide
Kenmerken van een additiereactie
Je start met een onverzadigde koolwaterstof (C=C)
Een stof toegevoegd, bijvoorbeeld Br2, Cl2, H2, I2, HF, HCl, HBr, H2O etc.
De dubbele binding klapt open en er ontstaat één nieuwe stof
Dus twee beginstoffen en een reactieproduct
De reactie verloopt snel
Slide 4 - Slide
Ionair mechanisme additie
Slide 5 - Slide
Additie HCl aan but-1-een
Geef de mechanisme van de additie van HCl aan but-1-een
timer
5:00
Slide 6 - Slide
Additie aan butadieen
Slide 7 - Slide
Bespreking opdracht 26 vraag d blz. 103
Slide 8 - Slide
Hw 21 Mei: Maak opdrachten 36 en 38
Slide 9 - Slide
4V Substitutiereactie
propaan + broom 1-broompropaan + waterstofbromide
Eén H-atoom wordt VERVANGEN door één Br-atoom van Br2.
Het andereBr-atoom neemt het H-atoom mee!
Slide 10 - Slide
Kenmerken van een substitutie
Je start met een verzadigde koolwaterstof
Een H-atoom wordt vervangen door een ander atoom (vaak 'n halogeen)
Er ontstaan twee nieuwe stoffen
De reactie verloopt alleen onder invloed van UV-straling of licht
Slide 11 - Slide
herken je een additie of substitutie reactie?
1
2
3
4
additie
additie
substitutie
substitutie
geen v beide
Slide 12 - Drag question
Wat kun je zeggen over een radicaal?
A
het heeft een + lading
B
het heeft een - lading
C
het heeft een ongepaard elektron
D
het heeft een vrij elektronenpaar
Slide 13 - Quiz
But-1-een en chloor (Cl₂) reageren met elkaar via radicaal mechanisme.
Welke tussenproduct(en) kan (kunnen) dan ontstaan (meerdere mogelijk)?
A
B
C
D
Slide 14 - Quiz
Initiatie van Cl₂ leidt tot twee Cl∙ radicalen. De C=C binding doneert een elektron aan Cl∙ en er ontstaat een binding.
Er kunnen zo twee verschillende radicaal-moleculen van chloorbutaan ontstaan.
Slide 15 - Slide
Broom reageert met methaan tot tetrabroommethaan. De reactie blijkt een substitutie te zijn. Hoeveel Br₂ moleculen zijn daarvoor nodig, denk je, als deze reactie via een radicaalmechanisme verloopt?
A
2 Br₂ want dan kun je 4 x Br vervangen
B
2 Br₂ want je kunt 2 x Br₂ toevoegen
C
4 Br₂ want elke keer voeg
je één Br-radicaal toe.
D
4 Br₂ want elke keer vervangt één Br-radicaal een H-tje.
Slide 16 - Quiz
Welk bijprodukt kan er in het eindprodukt (mengsel) ook zijn ontstaan tijdens de terminatie?
dit is een terminatie reactie:
A
hexaan
B
heptaan
C
octaan
D
butaan
Slide 17 - Quiz
nieuw!!!
Slide 18 - Slide
1,2 en 1,4 additie aan :
Slide 19 - Slide
Deze stof heet
A
propa-1,3-dieen
B
buta-1,3-dieen
C
penta-1,3-dieen
D
hexa-1,3-dieen
Slide 20 - Quiz
al in een aantekening gehad
additie ionair:
Slide 21 - Slide
1,2-additie van Cl₂ aan
buta-1,3-dieen
Hoe heet de naam van de stof die dan ontstaat?
Slide 22 - Slide
Bij een 1,2-additie van Cl₂ aan buta-1,3-dieen ontstaat:
A
1,2-dichloorbutaan
B
1,2-dichloorbut-3-een
C
3,4-dichloorbut-1-een
D
1,4-dichloorbut-2-een
Slide 23 - Quiz
teken even over!
1,2 additie aan buta-1,3-dieen
Slide 24 - Slide
aantekening over 1,4-additie van chloor aan buta-1,3-dieen