11.3 Polaire reacties (deel 2): 1,2 en 1,4 additie

Doelen


- Kenmerken van additie reactie kunnen benoemen en onthouden
-1,2  en 1,4 -additie mechanisme kunnen doorgeven




1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doelen


- Kenmerken van additie reactie kunnen benoemen en onthouden
-1,2  en 1,4 -additie mechanisme kunnen doorgeven




Slide 1 - Slide

Herhaling: Additie reactie




C2H4        +       Br2      →       C2H4Br2
Br-atomen worden toegevoegd aan een alkeen

Slide 2 - Slide

Kenmerken van een additiereactie
  • Je start met een onverzadigde koolwaterstof  (C=C)
  • Een stof toegevoegd, bijvoorbeeld Br2, Cl2, H2, I2, HF,  HCl, HBr, H2O etc.
  • De dubbele binding klapt open en er ontstaat één nieuwe stof
  • Dus twee beginstoffen en een reactieproduct
  • De reactie verloopt snel

Slide 3 - Slide

Ionair mechanisme additie

Slide 4 - Slide

Additie HCl aan but-1-een
Geef de mechanisme van de additie van HCl aan but-1-een
timer
5:00

Slide 5 - Slide

1,2 en 1,4 additie aan :

Slide 6 - Slide

Deze stof heet
A
propa-1,3-dieen
B
buta-1,3-dieen
C
penta-1,3-dieen
D
hexa-1,3-dieen

Slide 7 - Quiz

1,2-additie van Cl₂ aan 
buta-1,3-dieen






Hoe heet de naam van de stof die dan ontstaat?

Slide 8 - Slide

Bij een 1,2-additie van Cl₂ aan
buta-1,3-dieen ontstaat:
A
1,2-dichloorbutaan
B
1,2-dichloorbut-3-een
C
3,4-dichloorbut-1-een
D
1,4-dichloorbut-2-een

Slide 9 - Quiz

teken even over!
1,2 additie aan buta-1,3-dieen

Slide 10 - Slide

Noteer: Additie aan butadieen

Slide 11 - Slide

Nog een keer herhalingsoefeningen....

Slide 12 - Slide

herken je een additie of substitutie reactie?
1
2
3
4
additie
additie
substitutie
substitutie
geen v beide

Slide 13 - Drag question

Wat kun je zeggen
over een radicaal?
A
het heeft een + lading
B
het heeft een - lading
C
het heeft een ongepaard elektron
D
het heeft een vrij elektronenpaar

Slide 14 - Quiz


But-1-een en chloor (Cl₂) reageren met elkaar via radicaal mechanisme. 
Welke tussenproduct(en) kan (kunnen) dan ontstaan (meerdere mogelijk)?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Broom reageert met methaan tot tetrabroommethaan.
De reactie blijkt een substitutie te zijn.
Hoeveel Br₂ moleculen zijn daarvoor nodig, denk je, als deze reactie via een radicaalmechanisme verloopt?
A
2 Br₂ want dan kun je 4 x Br vervangen
B
2 Br₂ want je kunt 2 x Br₂ toevoegen
C
4 Br₂ want elke keer voeg je één Br-radicaal toe.
D
4 Br₂ want elke keer vervangt één Br-radicaal een H-tje.

Slide 16 - Quiz


Welk bijprodukt kan er in het eindprodukt (mengsel) ook zijn ontstaan tijdens de terminatie?
dit is een terminatie reactie: 
A
hexaan
B
heptaan
C
octaan
D
butaan

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
  • Lees nogmaals paragraaf 11.3 en dan vooral het stukje over 1,4 additie
  • Maak opgave 25,26 (examenopgave gegeven in 2021) en 40


Slide 18 - Slide