7.2 Het ancien regime en 7.3 De democratische revoluties

Startopdracht
Schrijf voor jezelf op: wat denk ik dat de belangrijkste aanleiding was voor de democratische revoluties? 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht
Schrijf voor jezelf op: wat denk ik dat de belangrijkste aanleiding was voor de democratische revoluties? 

Slide 1 - Slide

H7 Pruiken en revoluties

7.3 Democratische revoluties

Slide 2 - Slide


Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 3 - Slide


Hoe bereik je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

  • Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 4 - Slide

Verlicht absolutisme

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

1747
Fransen vallen de Republiek in

De Friese stadhouder Willem IV wordt stadhouder van alle gewesten
De stadhouder gedraagt zich steeds meer als koning

Slide 7 - Slide

7.3 Democratische revoluties

Kenmerkend aspect: democratische revoluties

Voorbeeld persoon: Joan Derk van der Capellen

Slide 8 - Slide

Democratische Revoluties

- Amerikaanse Revolutie (1775-1783)
- Bataafse Revolutie (1787-1799)
- Franse Revolutie (1789-1815)

Slide 9 - Slide

Belangrijke gebeurtenissen Amerikaanse Revolutie
- Boston Tea Party (1773)
- Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783)
- Declaration of Independence (4 juli 1776, Fourth of July)
- Amerikaanse Grondwet + Bill of Rights (1787)

Slide 10 - Slide

Bataafse Revolutie (1787-1799)
Republiek:
  •  stadhouder Willem V
  •  corruptie
  •  slechte economische situatie
  •  patriotten verjagen de regenten: installeren democratische besturen

Slide 11 - Slide

Belangrijke gebeurtenissen
  • 1781: pamflet (geschreven door v/d Capellen) aan het volk der Nederlanden.
  • 1786: patriotten verjagen regenten. Willem V slaat op de vlucht. 
  • 1787: Pruisen maakt een eind aan de opstand. Maar 7 jaar later komen ze terug met de Fransen en instaslleren de Bataafse Republiek. 

Slide 12 - Slide

Napoleon in NL
1806: Napoloen installeert zijn broer (Lodewijk Napoleon) als koning van de Nederland. Na de bevrijding in 1813 wordt NL een eenheidsstaat en een monarchie.

Slide 13 - Slide

Frankrijk
  • Had Amerika gesteund tijdens de opstand (Lafayette). 
  • Grote staatsschuld, maar de adel wilde alleen helpen als ze mochten meebeslissen... 
  • Lodewijk XVI riep een vergadering bijeen, waar de burgerij zich uitriep tot de Nationele Vergadering.

Slide 14 - Slide

Belangrijke gebeurtenissen
  • Nationale Vergadering & opstanden in Parijs (1789, 14 juli)
  • Opheffen van de standen, aannemen mensenrechten en staatsschuld betalen m.b.v. verkopen kerkbezit
  • Frankrijk wordt een constitututionele monarche (1791)
  • Oorlog tussen Frankrijk en Pruisen & Oostenrijk --> volkswoede --> koning wordt afgezet (1792).

Slide 15 - Slide

Belangrijke gebeurtenissen
  • La Grande Terreur o.lv. Robespièrre
  • Oorlog met meer landen --> behoefte aan een sterke leider. Napoleon wordt alleenheerser (1799).
  • Napoleon wordt verslagen (1812).

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Geschiedenis-domino! Leg de stenen op de goede plek zodat de juiste volgorde ontstaat.
1
2
3
4
5
6

Slide 18 - Drag question

Welke rechten zijn grondrechten?

Sleep de juiste zinnen naar de grondwet.
Het recht om een stuk grond te bezitten, zoals een tuin of een akker.
Het recht om elke zaterdag vijf euro zakgeld te ontvangen.
Het recht op onderwijs.
Het recht om te geloven wat je wilt.
Het recht op een leven in vrijheid.

Slide 19 - Drag question


Je ziet een Franse spotprent uit 1789. Welke uitspraak over de tekening is waar?
Gebruik de bron
A
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat het goed is om de derde stand hard te laten werken.
B
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand wordt uitgebuit door de eerste en de tweede stand.
C
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand lui is en harder zou moeten werken.
D
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand bestaat uit verstandige mensen die anderen voor zich laten werken.

Slide 20 - Quiz


Bij welke stand horen hoge geestelijken?
A
Eerste stand
B
Tweede stand
C
Derde stand

Slide 21 - Quiz


Bij welke stand hoort een graaf?
A
Eerste stand
B
Tweede stand
C
Derde stand

Slide 22 - Quiz


Tijdens welke van deze vier periodes werd ons land 
de Bataafse Republiek genoemd?
A
Periode 1: de stadhouder, Willem V, heeft de macht.
B
Periode 2: de patriotten hebben de macht, nadat ze de stadhouder verjaagd hebben.
C
Periode 3: Lodewijk Napoleon is koning van ons land, nadat Napoleon de macht van de patriotten afnam.
D
Periode 4: ons land is bezet door de Fransen, nadat Napoleon zijn broer heeft afgezet. Ons land is een provincie van het Franse Rijk.

Slide 23 - Quiz


De patriotten vonden het niet goed dat de stadhouder zoveel macht had. Zij vonden dat het volk het voor het zeggen moest hebben. En dan niet alleen de regenten, maar het héle volk. Met wie kun je de patriotten daarom wel vergelijken? Kies het juiste antwoord.
A
Met de Franse koning, want hij wilde ook dat het volk meer macht kreeg.
B
Met de Franse derde stand, die in opstand kwam om meer macht te krijgen.
C
Met de edelen uit de middeleeuwen.
D
Met de Franse edelen, die tegen het absolutisme waren.

Slide 24 - Quiz