H4.7 Vermogen en rendement

4.7 Vermogen en rendement
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.7 Vermogen en rendement

Slide 1 - Slide

Na deze les kan ik ...
... de hoeveelheid gebruikte energie berekenen met behulp van de formule. 

... de eenheden kWh en J omrekenen. 

... het rendement van een energieomzetting berekenen. 

Slide 2 - Slide

4.7 Vermogen en rendement
energie label koelkast

Slide 3 - Slide

4.7 Vermogen en rendement
energie label koelkast
annum = jaar
"kWh" per jaar

Slide 4 - Slide

Elektrische energie
Eel=Pt
Eel: Elektrische energie (J)
P: Elektrische vermogen (W)
t: tijd(s)

Slide 5 - Slide

Kilowattuur (kWh)
Vermogen    tijd
Eel=Pt
kWh=kWh=
=
Energie

Slide 6 - Slide

Kilowattuur (kWh)
Vermogen    tijd
Eel=Pt
kWh=kWh=
=
Energie
kWh is dus een hoeveelheid energie!

Slide 7 - Slide

kilowattuur is dus een hoeveelheid elektrische energie. Hoeveel joule is 1kWh?
Eel=Pt
A
1000 J
B
3600 J
C
1.000.000 J
D
3.600.000 J

Slide 8 - Quiz

Energieverbruik
Gemiddeld huishouden: 
  • 3500 kWh aan Eel
  • 1500 m3 gas

Slide 9 - Slide

Een typische elektrische kookplaat werkt op 32 A en 230 V. Bereken hoelang je deze aan moet laten staan om 3500 kWh te verbruiken.

Slide 10 - Open question

Energieverbruik Kolencentrale

Slide 11 - Slide

Rendement
Ein
Enuttig
Verlies

Slide 12 - Slide

Wat schat je dat het rendement is van een kolencentrale? (Niet berekenen)
A
<25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75%-100%

Slide 13 - Quiz

Bereken het rendement

Slide 14 - Open question

Na deze les kan ik ...
... de hoeveelheid gebruikte energie berekenen met behulp van de formule. 

... de eenheden kWh en J omrekenen. 

... het rendement van een energieomzetting berekenen. 

Slide 15 - Slide

Ik heb deze doelen behaald.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Maak de volgende opgaven
4.7: 54, 56, 57, 59 

Slide 17 - Slide

Herhaling vorige paragrafen

Slide 18 - Slide

Bereken de vervangingsweerstand

Slide 19 - Open question

Alle weerstanden zijn even groot, maar welke weerstand(en) wordt/worden het warmst?
A
A en B
B
C
C
D en E
D
Ze worden allemaal even warm

Slide 20 - Quiz