Woordenschat hfd 1 havo 3 deel 2

Woordenschat hfd 1 - havo 3
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordenschat hfd 1 - havo 3

Slide 1 - Slide

De vorige les
-Je hebt opdracht 3 gemaakt en nagekeken

-Je bent begonnen met het maken van opdracht 5

-Je weet wat het verschil is tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Slide 2 - Slide

Deze les
-We gaan opdracht 5 en 6 bespreken

-We gaan samen opdracht 2 van Woordenschat hoofdstuk 2 maken

-Je gaat zelfstandig opdracht 3 van Woordenschat hoofdstuk 2 maken

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Je kan de volgende stijlfiguren in een zin herkennen:

-climax                             -tegenstelling           
-drieslag                          -understatement
-eufemisme                   -hyperbool
-herhaling                       -omgekeerde climax

Slide 4 - Slide

Opdracht 5 - deel 1
1 misbruik: verkeerd gebruik
2 identificatieplicht: verplichting zich te kunnen identificeren, verplichting te bewijzen wie je zegt te zijn
3 biometrische: te maken hebbend met unieke lichaamskenmerken van personen
4 beoogde: bedoelde
5 gescand: afgetast; gemeten

Slide 5 - Slide

Opdracht 5 - deel 2
6 ethisch: met betrekking tot goed en kwaad
7 datalekken: het wegvloeien van gegevens
8 futuristische: toekomstige
9 expert: deskundige
10 publieke: openbare; voor iedereen toegankelijke

Slide 6 - Slide

Opdracht 6
1 zijn grenzen verleggen: nieuwe normen stellen
2 onbegrensde mogelijkheden: onbeperkte, ruime        vooruitzichten
3 over de grens kijken: ervaringen opdoen in het buitenland
4 met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid: bijna zeker
5 een grensgeval zijn: iets tussen acceptabel en niet-acceptabel in zijn

Slide 7 - Slide

Aan de slag
-We bespreken samen opdracht 2 van Woordenschat hoofdstuk 2 op bladzijde 55

-We lezen samen de tekst van opdracht 3 en daarna maak je zelfstandig opdracht 3 op bladzijde 56 en 57

-Wat je tijdens de les niet afkrijgt, moet je thuis maken.

Slide 8 - Slide

Ik beheers de stijlfiguren:
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

De volgende les
We gaan het uitgebreid over 'eufemismen' hebben.

In elke taal komen ze voor, maar waarschijnlijk ken je nog niet alle Nederlandse eufemismen die in je lesboek staan.

Slide 10 - Slide