11 passage: overtocht
15 bestaansrecht: recht van bestaan
17 inteelt: voortplanting van onderling nauw verwante dieren
20 bevorderen: bijdragen aan, vergroten
Vraag 4: - opsomming, verschillende mogelijkheden: bijvoorbeeld: de otter, het damhert en de woelmuis (al. 1); snelwegen, spoorwegen en diverse andere blokkades (al. 2); dassen, boommarters, hagedissen, slangen en muizen (al. 3);
- tegenstelling, verschillende mogelijkheden: bijvoorbeeld kleine ↔ grote (al. 1); riskant ↔ veilig (al. 2);
- climax: niet één, niet vijf, maar bijna tien miljoen euro (al. 4)
Vraag 5 Bijvoorbeeld: doorsneden (al. 2); steekproeven (al. 4); hangt een prijskaartje (al. 4)