3.6 schrijven les 1

Doelen deze les
Aan het einde van de les:
  • Weet ik wat een betoog is.
  • Weet ik wat een bouwplan is.
  • Kan ik een mening en argumenten geven over een onderwerp.
  • Kan ik een bouwplan maken met deze mening en argumenten.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doelen deze les
Aan het einde van de les:
  • Weet ik wat een betoog is.
  • Weet ik wat een bouwplan is.
  • Kan ik een mening en argumenten geven over een onderwerp.
  • Kan ik een bouwplan maken met deze mening en argumenten.

Slide 1 - Slide


Slide 2 - Open question

Ik vind argumenten bedenken saai omdat ik dit al kan.
A
goed argument
B
slecht argument

Slide 3 - Quiz

Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop vind ik veel prettiger .
A
goed argument
B
slecht argument

Slide 4 - Quiz

Nederland gaat het goed doen bij het EK schaatsen want de rest van de wereld is niet goed.
A
goed argument
B
slecht argument

Slide 5 - Quiz

Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert omdat er afgelopen jaar weinig is gedaan tegen de opwarming van de aarde.
A
goed argument
B
slecht argument

Slide 6 - Quiz

Betoog
Een overtuigende tekst schijf je om iemand te overtuigen van jouw standpunt. Naast feiten spelen argumenten een belangrijke rol in zo’n tekst. Een betoog is een overtuigende tekst. Je geeft je mening over een stelling om een ander te overtuigen van jouw mening.


Slide 7 - Slide

Opdracht: Een betoog
We lezen de tekst klassikaal. 
Daarna maak je opdracht 1 alleen en in stilte.
 Je hebt voor deze opdracht 4 minuten. 
Je krijgt een betoog.
timer
4:00

Slide 8 - Slide

opbouw van een betoog
Inleiding: Noem het onderwerp en het probleem. Geef kort je mening over het probleem.
Kern: leg je mening uit met argumenten. Geef elk argument een aparte alinea. Met deze argumenten probeer je lezers te overtuigen van je mening.
Gebruik signaalwoorden voor de opsomming van de argumenten (ten eerste, bovendien, ook,....).
Slot: Geef je conclusie: herhaal je mening over het onderwerp.
Geef de conclusie aan met een signaalwoord (dus, kortom).

Slide 9 - Slide

bouwplan
Om een goed betoog te kunnen schrijven, maak je gebruik van een bouwplan. Dit helpt je om de goede informatie op de juiste plek te zetten. Om een bouwplan te maken, moet je goed nadenken wat er in de tekst moet komen. Het bouwplan geeft uiteindelijk overzicht en informatie. Hiermee kun je dan je uiteindelijke tekst schrijven.

Slide 10 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 2 tot en met 4 op het blad.
Je werkt samen met degene naast je. 
Je overlegt op fluistertoon.
Je bent klaar over 15 minuten. 
Je opdrachten moeten af zijn, anders heb je geen pauze.
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Een betoog is
A
een fictieve tekst
B
een informatieve tekst
C
een overtuigende tekst
D
een activerende tekst

Slide 12 - Quiz

In de inleiding van een betoog noem je
A
je argumenten bij je mening
B
je mening over het probleem
C
je conclusie en je mening
D
je overtuiging

Slide 13 - Quiz

In de kern van je betoog noem je
A
je mening over het probleem
B
je conclusie en je mening
C
je overtuiging
D
je argumenten bij je mening

Slide 14 - Quiz

Wat schrijf je in het slot van je betoog?

Slide 15 - Open question