2B_H3_start_woordenschat(1)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Woordenschat

Planning deze les

Slimleren

Uitleg woordenschat 'voorzetsels'

Oefenen

Zelfstandig werken

Noem een paar voorzetsels

Theorie woordenschat (1)

• Voorzetsels: feest- en kastwoorden
• tijdens het feest, voor  het feest, op  de kast, naast  de kast

• plaats: in de tuin
• tijd: na het eten
• reden: vanwege de hevige sneeuwval

Theorie woordenschat (2)

• Soms gebruik je een vast voorzetsel

Vul het juiste voorzetsel in:
twijfelen ...

Vul aan met een voorzetsel:
zorgen ...

Vul het juiste voorzetsel in:
reageren ...

Vul een voorzetsel in:
Rekening houden ...

Theorie woordenschat (2)

• Soms gebruik je een vast voorzetsel
• Werkwoorden met een vast vz
  rekenen op
• ZN + werkwoord
  bezwaar hebben tegen
• BN + werkwoord
  bang zijn voor

Vul een voorzetsel in:
dol zijn ...

Vul een voorzetsel in:
... middel van

Vul een voorzetsel in:
in verband ...

Theorie woordenschat (2)

• Soms gebruik je een vast voorzetsel
• voorzetseluitdrukkingen:
  in verband met, door middel van 

Voorzetseluitdrukkingen kun je vervangen door één woord:

In verband met --> door/wegens

Door middel van --> door

Woordenschat