Hoofdstuk 3 Renaissance en Reformatie

Hoofdstuk 3 Renaissance en Reformatie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 Renaissance en Reformatie

Slide 1 - Slide

Schrijf een aantal steekwoorden op die in je opkomen over de renaissance.
Renaissance

Slide 2 - Mind map

Onderdeel van de middeleeuwen of de Renaissance? 
Renaissance 
Middeleeuwen 

Slide 3 - Drag question

Onderdeel van de middeleeuwen of de Renaissance? 
Renaissance 
Middeleeuwen 

Slide 4 - Drag question

Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen. 
Dit zijn 1, 2 en 3 van 3.2 
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met de opgave op de leerdoelenkaart.
Tijdslimiet: Je hebt 15 minuten, let goed op de timer.
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen. 
Dit zijn 4, 6 en 7 van 3.2 
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met de opgave op de leerdoelenkaart.
Tijdslimiet: Je hebt 15 minuten, let goed op de timer.
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Het streven naar harmonie is kenmerkend voor de renaissancebouwkunst.
Noem vier aspecten van de vormgeving van de kerk die kenmerkend zijn
voor de Renaissance.

Slide 7 - Open question


Bekijk beide bronnen.
Maak met twee bronelementen uit bron II duidelijk dat Leonardo da Vinci schildertechnieken toepaste die kenmerkend zijn voor de Renaissancekunst. Zorgt ervoor dat je bij elke genoemde techniek het verband met de Renaissance uitlegt.

Slide 8 - Open question

Renaissance
Middeleeuwen

Slide 9 - Drag question

Wat past bij welke tijd?
Middeleeuwen
Renaissance
Wetenschappelijke revolutie
Gods wil openbaart zich via de kerk
De mens kan zijn eigen lot bepalen
De wereld is te begrijpen door onderzoek

Slide 10 - Drag question

Leg uit hoe de renaissance zich dankzij de bankiersfamilie, De Medici, in Florence kon verspreiden.

Slide 11 - Open question

Leonardo Da Vinci
Copernicus
Rembrandt
Michelangelo

Slide 12 - Drag question

Leg uit waarom Leonardo da Vinci een homo universalis genoemd wordt.

Slide 13 - Open question

Leonardo da Vinci was een homo universalis die zich weinig aantrok van de normen die de Kerk stelde.

Leg uit, met behulp van twee bronelementen, dat hij de benaming homo universalis eer aan deed. (2p)

Slide 14 - Open question


Bekijk beide bronnen.
Maak met twee bronelementen uit bron II duidelijk dat Leonardo da Vinci schildertechnieken toepaste die kenmerkend zijn voor de Renaissancekunst. Zorgt ervoor dat je bij elke genoemde techniek het verband met de Renaissance uitlegt en het verschil met bron I noemt.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

a. Toon met twee beeldelementen aan dat Rubens zich, bij dit bijbels tafereel, heeft laten inspireren door renaissancekunstenaars.
b. In de renaissance(kunst) veranderde er veel, maar er was ook sprake van continuïteit. Geef een voorbeeld uit de bron waaruit dat blijkt.

Slide 17 - Open question


Gebruik de bron

➤ Beschrijf een kenmerk van het beeld van David Michelangelo (dus iets wat je op de afbeelding ziet) dat volgens jou echt bij de renaissance past. 




Gebruik de bron 

Slide 18 - Open question

Lees het kader hiernaast. Leg uit waarom Michelangelo een typisch renaissancekunstenaar was

Slide 19 - Open question

Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen. 
Dit zijn 1, 2 en 3 van 3.3 
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met de opgave op de leerdoelenkaart.

timer
10:00

Slide 20 - Slide

Wat veranderde er in de kunst tijdens de renaissance?

Slide 21 - Open question