H1 Bedrijfseconomie elementair Hoofdstuk 1

Bedrijfseconomie elementair
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie elementair

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bedrijfseconomie
  1. Elementair
  2. Basis 
  3. Expert   

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesweek 1
Uitleg vak
Boeken
Planning 
Theorie
Huiswerk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Maak de oriëntatievragen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
  • organisatie
  • productiefactoren 
  • missie
  • visie
  • bedrijf
  • onderneming

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1. Van organisatie naar onderneming

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken -> als bedrijf economisch zelfstandig is ->

Een bedrijf is een organisatie die door het leveren van een product of dienst inspeelt op een markt of een vraag uit de maatschappij.-> als bedrijf naar winst streeft->

Een onderneming is een bedrijf dat streeft naar winst.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Visie
Missie
Philips streeft ernaar middels innovaties de wereld om ons heen gezonder en duurzamer te maken. Ons doel is om in 2025 de levens van drie miljard mensen te hebben verbeterd. 
Het leven van mensen verbeteren met zinvolle innovaties

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Oriëntatievragen
1 t/m 4
Kennisvragen
1 t/m 2
Routineopgave 1



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

lesweek 2
Doelen van een onderneming

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Triple P

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Kennisvragen
3 t/m 6
Routineopgave 2


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

lesweek 3
Belanghebbende van een onderneming

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Belanghebbende van een onderneming
  1. Werknemers
  2. Leidinggevende
  3. Uitzendbureaus
  4. Vakbonden
  5. Vermogensverschaffers
  6. Leveranciers
  7. Overheid
  8. Afnemers

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

1. Primaire sector
Bij de primaire sector horen de bedrijven die de grondstoffen en delfstoffen uit de natuur halen. Denk aan de landbouw (de boeren) en de visserij, maar ook aan de mijnbouw.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

2. Secundaire sector
De secundaire sector wordt gevormd door de bedrijven die de grondstoffen van de primaire sector verwerken tot een product, bijvoorbeeld een ijsjesfabriek, metaalindustrie en zuivelfabriek.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

3. Tertiaire sector
De tertiaire sector wordt ook wel de dienstverlenende sector genoemd; 
  • Hier worden de producten die geproduceerd zijn verkocht. 
  • Het gaat dus niet om productie, maar wat je er mee doet. 
  • In deze sector verdienen de meeste Nederlanders hun geld.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

4. Quartaire sector
De quartaire sector houdt zich bezig met niet-commerciële dienstverlening; 
  • Verschil met Tertiaire sector is dat deze bedrijven geld van de overheid krijgen. Overheidsinstellingen dus. 
  • Geen winstoogmerk 
  • Collectief = Al het geld komt van de overheid. 
  • Semi-collectief= Deel van het geld komt van de overheid. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Primaire sector
Secundaire sector
Tertaire sector
Quartaire sector

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Opdrachten
Kennisvragen
7
Routineopgave 3


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Les 4

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Ik kan een bedrijfskolom op basis van verstrekte gegevens 
     samenstellen.
  • Ik kan een organogram tekenen en daar de lijn- en
     staffuncties in aangeven.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Agenda

Herhalen begrippen


Nieuwe begrippen:
Handelsondernemingen
Bedrijfskolommen
Organisatievormen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Handelsondernemingen
Een handelsonderneming maakt niet zelf producten, maar koopt producten in. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Bedrijfskolom
van oerproducent tot consument

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Verandering bedrijfskolom
Om verschillende redenen kunnen bedrijfskolommen veranderen. Deze veranderingen hebben bijvoorbeeld te maken met nieuwe productietechnieken, andere grondstoffen, bedrijven die samengaan of bedrijven die zich opsplitsen. Er zijn vier vormen:



integratie -> bedrijfskolom wordt korter
differentiatie -> bedrijfskolom wordt langer
parallellisatie -> bedrijfskolom wordt breder
specialisatie -> bedrijfskolom wordt smaller



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Als een bedrijf wordt samengevoegd met een ander bedrijf uit een vorige of volgende bedrijfstak in dezelfde bedrijfskolom, is er sprake van;
A
Specialisatie
B
Parallellisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Als een bedrijf juist wordt opgesplitst in twee opeenvolgende fasen in dezelfde bedrijfskolom is dat;
A
Specialisatie
B
Parallellisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Als een bedrijf uit de ene bedrijfskolom een bedrijf uit een andere bedrijfskolom overneemt, is er sprake van;
A
Specialisatie
B
Parallellisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Bij ............... legt een bedrijf zich uitsluitend toe op een deel van de activiteiten in een bedrijfstak.
A
Specialisatie
B
Parallellisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Organisatievormen

Slide 42 - Slide

functie
lijnrelatie
stafrelatie
organogram
geografische indeling
functie indeling
product indeling

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Volgende les:

Opbrengsten en kosten, inkomsten en uitgaven

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions