KB 1.3 Beginnende geletterdheid

1. Welk gevoel of welke gedachte roept de sneeuw bij je op?
1 / 30
next
Slide 1: Open question
NederlandsHBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

1. Welk gevoel of welke gedachte roept de sneeuw bij je op?

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Fonologisch bewustzijn

Slide 4 - Mind map

Fonemisch bewustzijn

Slide 5 - Mind map

Fonologische ontwikkeling:
  • Geluiden en/of woorden van elkaar kunnen onderscheiden
  • Een zin verdelen in woorden
  • Meerlettergrepig woord verdelen in woorddelen/lettergrepen
  • Rijmen

Slide 6 - Slide

Fonemische ontwikkeling:
  • Het kunnen isoleren van klanken in woorden
  • Klanken kunnen samenvoegen tot woorden
  • Het manipuleren van klanken in woorden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

4. Welke voorbeelden van fonemisch bewustzijn kwamen in de video naar voren?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

5. 'S...e...m...' zegt Meester Bart. 'Welke naam heb ik nu als een slak gezegd?' Sem wil het antwoord al roepen!
Het gaat hier om:
A
auditieve objectivatie
B
auditieve analyse
C
auditieve synthese
D
temporeel ordenen

Slide 21 - Quiz

6. Fem merkt op: 'Opa Rudolf eindigt met de f en mijn naam begint weer met die letter!'
Het gaat hier om:
A
auditieve objectivatie
B
auditieve analyse
C
auditieve synthese
D
temporeel ordenen

Slide 22 - Quiz

7. Julian zegt: 'Het woord sneeuwvlokje is langer dan het woord sneeuwpop.'
Het gaat hier om:
A
auditieve objectivatie
B
auditieve analyse
C
auditieve synthese
D
temporeel ordenen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

8. Na deze video vraagt juf Karin: 'Welke letter zie je vooraan bij het woord boom?'
Het gaat hier om:
A
visuele discriminatie
B
visuele analyse
C
visuele synthese
D
spatieel ordenen

Slide 27 - Quiz

9. Juf Inge laat op het digibord de letters n m aa zien en zegt: “Leg op je letterdoos het woord maan’.
Om welke visuele vaardigheid gaat het hier?
A
visuele discriminatie
B
visuele analyse
C
visuele synthese
D
spatieel ordenen

Slide 28 - Quiz

10. Eva schrijft het woord muis op als 'mius'.
Welke visuele vaardigheid beheerst ze nog onvoldoende?
A
visuele discriminatie
B
visuele analyse
C
visuele synthese
D
spatieel ordenen

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide