3mavo H5 Amuse-toi intro + herh. ww

H5 ~Amuse-toi
  • Introduction de chapitre 5
  • Qu'est-ce qu'on va apprendre
  • Texte A + voca A ~ prononciation
  • Révision: passé composé
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H5 ~Amuse-toi
  • Introduction de chapitre 5
  • Qu'est-ce qu'on va apprendre
  • Texte A + voca A ~ prononciation
  • Révision: passé composé

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Introduction de chapitre 5 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Nantes
= stad

Slide 3 - Mind map

Waar denk je dat het over zal gaan als het hoofdstuk zich afspeelt in een stad?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Qu'est-ce qu'on va apprendre?

  • Vertellen wat je hebt gedaan (iets in het verleden), over hobby's en mening geven
  • de onvoltooide tijd (herh. klas 2 + nieuwe stof)
  • Bijvoeglijk naamewoord (herh. klas 1&2 + uitbreiding)
  • à + de + lidwoord (herh. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Texte A + Voca A prononciation

  • On écoute texte A deux fois. 
  • Vous aller lire le texte 
  • On lit le vocabulaire 
  • Vous lisez le vocabulaire

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Révision: passé composé

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geef in het Nederlands
een voorbeeld van de
v.t.t.

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Passé composé
  • Ik heb gegeten
  • Jullie hebben gedanst
  • Zij zijn gearriveerd
  • wij zijn gegaan

  • onderwerp + hulpww + voltooid deelwoord

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Passé composé ~hulpwerkwoord
Wanneer hebben (avoir) of zijn (être)?
  • in het Nederland --> hebben --> AVOIR
  • in het Nederlands --> zijn --> ÊTRE

LET OP uitzondering = être!
  • j'ai été = letterlijk ik heb geweest 
  • Vertaling = ik ben geweest

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

                   être           avoir        

je (j')
tu
il/elle

nous
vous
ils/elles
suis
avons
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
je/ j'... mangé
A
Avoir
B
être

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
Ils ... allé
A
Avoir
B
être

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
tu ... arrivé
A
Avoir
B
être

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
nous .. été
A
Avoir
B
être

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Passé composé ~voltooid deelwoord
Regelmatige werkwoorden
  • ww-er --> Stam +é
  • ww-er --> Stam + i

onregelmatige werkwoorden: leren, zie ww-boekje
  • être --> été
  • avoir --> eu,...

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deel woorden
ww-ir
être
avoir
faire
aller
vouloir
ww-er
pouvoir
allé
pu
stam + i
fait
stam +é
été
eu
voulu

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

zet het werkwoord in de p.c.
tu (parler)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

zet het werkwoord in de p.c.
vous (danser)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

zet het werkwoord in de p.c.
nous (faire)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

zet het werkwoord in de p.c.
Pierre (arriver)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

zet het werkwoord in de p.c.
je (monter)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 23 - Open question

This item has no instructions