3 BASIS Samenvatting 10 MW H10

Samenvatting H10
§ 10.1 Inhoud
§ 10.2 Prisma
§ 10.3 Inhoud Prisma
§ 10.4 Inhoudsmaten
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samenvatting H10
§ 10.1 Inhoud
§ 10.2 Prisma
§ 10.3 Inhoud Prisma
§ 10.4 Inhoudsmaten

Slide 1 - Slide


Naar welke lengtemaat moet je de maten van de balk uit het voorbeeld omrekenen om de inhoud in liter te berekenen?
A
mm
B
cm
C
dm
D
m

Slide 2 - Quiz

Paragraaf 10.1 Inhoud
Formules voor inhoud van een balk of kubus:
Oppervlakte bodem = lengte x breedte
Inhoud = oppervlakte bodem x hoogte

Slide 3 - Slide

Leerdoel 1
Oppervlakte bodem = 5 x 4 = 20 cm2
Inhoud = 20 x 3 = 60 cm3

Slide 4 - Slide

inhoud van een balk
- inhoud van een balk = lengte x breedte x hoogte
of
Inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video


Welke formules kun je gebruiken om de inhoud te berekenen?
A
inhoud balk = oppervlakte grondvlak x hoogte
B
inhoud balk = lengte x breedte
C
inhoud balk = lengte x breedte x hoogte
D
inhoud balk = lengte + breedte + hoogte

Slide 7 - Quiz

§ 10.2 Prisma

Slide 8 - Slide

Een prisma
Van alle ruimtefiguren is de prisma best bijzonder. Een prisma heeft altijd 2 dezelfde vlakken recht tegenover elkaar. De andere vlakken zijn meestal rechthoeken.
2 voorbeelden:

Slide 9 - Slide

Prisma
Bestaat uit:
Grondvlak
rechthoeken
En natuurlijk bovenkant

Het lastigste is het om de oppervlakte van het grondvlak te berekenen.

Slide 10 - Slide

Welk ruimtefiguur is hiernaast afgebeeld?
A
driehoek
B
vlieger
C
piramide
D
prisma

Slide 11 - Quiz

§ 10.3 inhoud prisma
Nu je de oppervlakte van grondvlak kunt berekenen kun je ook de inhoud van een prisma berekenen.
Hiervoor gebruik je de formule: 
inhoud prisma = oppervlakte grondvlak x hoogte
Maar hier gaan we volgende week mee verder.

Slide 12 - Slide

oppervlakte grondvlak
Om de inhoud van een prisma te bereken heb je eerst de oppervlakte van het grondvlak nodig.
Omdat dit grondvlak verschillende vormen kan hebben is er geen vaste formule voor. Dat ligt aan het figuur:
                        Opp driehoek = basis x hoogte : 2
                      Opp rechthoek = basis x hoogte

Slide 13 - Slide

Hiernaast zie je een prisma en zijn uitslag. Welke vorm heeft het grondvlak?
A
driehoek
B
vierkant
C
rechthoek
D
vijfhoek

Slide 14 - Quiz

Hiernaast zie je een prisma en zijn uitslag. Hoeveel vlakken van het prisma hebben niet de vorm van een rechthoek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Berekening inhoud prisma met driehoek als grondvlak.
Formule inhoud Prisma

Slide 17 - Slide

Welke vorm heeft het grondvlak van het prisma hiernaast?
A
driehoek
B
Rechthoek
C
kubus
D
prisma

Slide 18 - Quiz

Welke vorm heeft het grondvlak van het prisma hiernaast?
A
driehoek
B
rechthoek
C
vijfhoek
D
zeshoek

Slide 19 - Quiz


Welk figuur is dit?
A
balk
B
prisma
C
piramide
D
kegel

Slide 20 - Quiz

Is dit een prisma?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 21 - Quiz

Is dit een prisma?
A
JA
B
NEE

Slide 22 - Quiz

0

Slide 23 - Video

Wat is de goede formule
om de inhoud te bereken
van een prisma?
A
lengte x breedte x hoogte
B
oppervlakte grondvlak + hoogte
C
alle oppervlaktes plus elkaar
D
oppervlakte grondvlak x hoogte

Slide 24 - Quiz



Wat is de inhoud van dit prisma?
A
28 cm3
B
112 cm3
C
56 cm3
D
Kun je niet berekenen.

Slide 25 - Quiz

Hoe bereken je de inhoud van een kubus, balk, prisma en een cilinder?
A
Oppervlakte grondvlak x hoogte : 3
B
oppervlakte grondvlak x hoogte

Slide 26 - Quiz

Met welke gegevens kun je de inhoud van een prisma berekenen?
A
lengte en hoogte
B
diameter en hoogte
C
oppervlakte grondvlak en hoogte
D
lengte, breedte en hoogte

Slide 27 - Quiz

§ 10.4 Inhoudsmaten

Slide 28 - Slide

Omrekenen inhoudsmaten

Slide 29 - Slide

78000 cm3 = ............. dm3
A
7800
B
780
C
78
D
7,8

Slide 30 - Quiz

225 dm3 = ............ liter
A
225
B
22500
C
0,225
D
2,25

Slide 31 - Quiz

9200 dm3 = ............ m3
A
920
B
92
C
9,2
D
0,92

Slide 32 - Quiz

Ik kan de inhoud berekenen
van een prisma.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
D
Nee, ik begrijp er eigenlijk nog niets van.

Slide 33 - Quiz