Hormonen keuzeles

Keuzeles FPZ
hormonen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Keuzeles FPZ
hormonen

Slide 1 - Slide

in orale bloedglucoseverlagendestoffen zit ook insuline
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

dm type 1 kan worden veroorzaakt door overgewicht
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

glucose wat wordt opgeslagen als 'voorraad suiker' noemen we
A
glucagon
B
glucogeen

Slide 4 - Quiz

insuline wordt parenteraal toegediend omdat het in het maag darm kanaal wordt afgebroken
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

hypoglykemie is een te hoog suiker
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz


Wat is een ander woord voor diabetes?

A
griep
B
blaasontsteking
C
nierziekte
D
suikerziekte

Slide 7 - Quiz

Wat is diabetes?
A
De alvleesklier maakt te weinig insuline aan.
B
De lever maakt te veel insuline aan.
C
De lever maakt te weinig insuline aan .
D
De alvleesklier maakt te veel insuline aan.

Slide 8 - Quiz

lichaamsbeweging maakt de cel gevoeliger voor insuline
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

mensen die insuline gebruiken mogen nooit meer suiker eten
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

waar wordt insuline aangemaakt?
A
hypofyse
B
hypothalamus
C
alvleesklier
D
lever

Slide 11 - Quiz

Novorapid is een langwerkend insuline
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

waar wordt thiamazol bij gebruikt
A
hyperthyroïdie
B
diabetes
C
als anticonceptie
D
hypothyroïdie

Slide 13 - Quiz

Iemand die diabetes heeft, heeft een tekort aan:
A
Insuline
B
Lactose
C
Suiker
D
ijzer

Slide 14 - Quiz

BIJ IEMAND MET DIABETES DIE EEN HYPER HEEFT
A
IS DE BLOEDSUIKER TE HOOG
B
IS DE BLOEDSUIKER TE LAAG

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN behandeling van diabetes?
A
Operatie
B
Insuline spuiten
C
Medicijnen
D
Dieet

Slide 16 - Quiz

Is diabetes erfelijk?
A
ja
B
nee
C
afhankelijk van het soort

Slide 17 - Quiz

Wat past bij diabetes
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Zout

Slide 18 - Quiz

bij iemand met diabetes kan er glucose in de urine zitten
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

een placebo pil betekent dat er geen werkzame stof inzit
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Bij DM1 is er een gering tekort aan insuline
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

wat is hypoglykemie
A
te snel werkend schildklier
B
te hoog suikerspiegel
C
te laag suikerspiegel
D
te langzaam werkend schildklier

Slide 22 - Quiz

Einde van de quiz

Slide 23 - Slide