Uit gevonden fossielen blijkt dat in de loop van de evolutie soorten zijn ontstaan veranderd en of verdwenen
Slide 5 - Slide
Lagen aarde
Sommige soorten hebben geleefd, maar leven niet meer
Bijvoorbeeld dinosauriërs
Borne--> Mammoet gevonden
Slide 6 - Slide
Verwantschap
Soorten met een gemeenschappelijke voorouder.
-->Evolutionaire stamboom:
Schematisch overzicht van de verwantschap tussen soorten.
Slide 7 - Slide
Verwantschap
Overeenkomsten in:
- de bouw van organen
- de processen in cellen
- de samenstelling van stoffen in cellen
Slide 8 - Slide
Zelfde functie met een andere bouw
Weinig verwantschap
Slide 9 - Slide
Redumentaire organen
Organen die we eigenlijk niet meer nodig hebben
blinde darm/staartbotje
Slide 10 - Slide
Biotechnologie
Alle technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten voor mensen te maken.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Biotechnologie
Biotechnologie zijn technieken waarbij organismes gebruikt worden.
Denk bijvoorbeeld aan brood maken met gist (schimmels) of kaas.
We kunnen uit met biotechnologie de erfelijke eigenschappen aanpassen van een organisme.
Slide 13 - Slide
Genetische modificatie
Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organismen door de mens wordt genetische modificatie genoemd.
.
Slide 14 - Slide
insuline maken
Bij geslachtelijke voortplanting zijn er 2 ouders nodig die beide informatie leveren voor het genotype van de nakomelingen.
F1 heeft dus een mix van de genen van P
Veel verschillende genotype mogelijk
Slide 15 - Slide
Crispr-cas
Crispr-cas
gene-editing
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Biotechnologie
Biotechnologie zijn technieken waarbij organismes gebruikt worden.
Denk bijvoorbeeld aan brood maken met gist (schimmels) of kaas.
Slide 18 - Slide
Genetische modificatie
Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organismen door de mens wordt genetische modificatie genoemd.
Slide 19 - Slide
insuline maken
Bij geslachtelijke voortplanting zijn er 2 ouders nodig die beide informatie leveren voor het genotype van de nakomelingen.
F1 heeft dus een mix van de genen van P
Veel verschillende genotype mogelijk
Slide 20 - Slide
Crispr-cas
Crispr-cas
gene-editing
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
vragen
VRAGEN?
Slide 23 - Slide
Biotechnologie wordt toegepast op:
A
voedingsmiddelen
B
geneesmiddelen
C
hormonen
D
enzymen
Slide 24 - Quiz
Wat is een voorbeeld van genetische modificatie?
A
Zorgen dat een organisme maar één soort nakomelingen krijgt
B
Het plaatsen van genetische informatie van het ene naar het andere organisme
C
Schimmels bestrijden met een nieuw chromosoom
D
Het klonen van een bevruchte eicel.
Slide 25 - Quiz
Hoeveel erfelijk materiaal geeft een geslachtscel door, in vergelijking met een gewone cel?
A
Net zoveel
B
2 x zoveel
C
1/4 x zoveel
D
1/2 x zoveel
Slide 26 - Quiz
De meeste mensen hebben ..... chromosoomparen
A
22
B
23
C
44
D
46
Slide 27 - Quiz
Een allel is een variant van een.......
A
basepaar
B
nucleotide
C
gen
D
chromosoom
Slide 28 - Quiz
Alle uiterlijk waarneembare kenmerken van een individu noemen we .........
A
het karyogram
B
het genotype
C
het fenotype
D
epigenetica
Slide 29 - Quiz
Het onderste paar allelen is .....
A
recessief
B
homozygoot
C
dominant
D
heterozygoot
Slide 30 - Quiz
Als uit een rode en een witte plant, roze planten ontstaan, dan is de overerving..........?
A
intermediair
B
recessief
C
autosomaal
D
heterozygoot
Slide 31 - Quiz
Aa kan je ook omschrijven als ........
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot dominant
Slide 32 - Quiz
Welke eigenschap is dominant?
A
normale vingers (grijs)
B
korte vingers (rood)
Slide 33 - Quiz
Welke haarkleur is dominant?
A
Dat is niet te zeggen
B
Beide zijn dominant
C
Rood haar (paars)
D
Zwart haar (wit)
Slide 34 - Quiz
Moeder (BB) kruist met Vader (bb). Wat wordt het genotype van de kinderen?
A
BB
B
blauwe ogen
C
Bb
D
bruine ogen
Slide 35 - Quiz
Een zwarte kater (AA) wordt gekruist met een lapjeskat (aa). Wat is het fenotype van de nakomelingen?
A
Zwart
B
Lapjeskat
Slide 36 - Quiz
Welke diergroep is eerder ontstaan?
A
vogels
B
zoogdieren
Slide 37 - Quiz
Hoeveel groepen olifantachtigen kwamen er voor in het begin van het plioceen volgens de stamboom?
A
drie
B
vijf
C
tien
D
twaalf
Slide 38 - Quiz
In de afbeelding zie je dat de tijger en de leeuw dichter bij elkaar staan dan de aap en de leeuw.
Wat zegt dit over de verwantschap tussen deze dieren?
A
dat tijgers en leeuwen eerder
een gemeenschappelijke voor -ouders hebben gehad dan de aap
B
dat ze het zelfde lijken
C
dat ze voorouders zijn van elkaar en op elkaar lijken
D
De verwantschap tussen de tijger en de leeuw is groter dan de verwantschap tussen de aap en de leeuw
Slide 39 - Quiz
In de afbeelding zijn de poot van een krokodil, de vleugels van een vleermuis en de vleugel van een vlieg getekend.
Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
A
de poot van de krokodil en de vleugel van de vleermuis
B
de poot van een krokodil en de vleugel van een vlieg.
C
de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg
Slide 40 - Quiz
Variatie in genotypen Wat is waar?
A
Variatie ontstaat in de populatie door verandering in het fenotype
B
Variatie ontstaat in de populatie door geslachtelijke voortplanting
C
variatie ontstaat door isolatie van een soort
D
Variatie ontstaat in de populatie door mutatie
Slide 41 - Quiz
Door veel variatie in genotypen zijn er ook meer verschillende fenotypen in een populatie.
A
juist
B
onjuist
Slide 42 - Quiz
Organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen? Dit is een ....
A
soort
B
stam
C
populatie
D
genotype
Slide 43 - Quiz
Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens de stamboom?
A
de chimpansees
B
de gibbons
C
de halfapen
D
aan de apen van de oude wereld
Slide 44 - Quiz
A
C
B
D
E
De gemeenschappelijke voorouder van Gibbon en Mens
Slide 45 - Drag question
Waar bevindt zich de gemeenschappelijke voorouder
apen en knaagdieren
halfapen en tupaia
knaagdieren en hazen
Slide 46 - Drag question
Uit fossielen is te halen hoe soorten in de geschiedenis zijn ..................
A
Ontstaan
B
Veranderd
C
Verdwenen (uitgestorven)
D
A, B en C
Slide 47 - Quiz
Sommige soorten behoren niet tot dezelfde soort, maar zijn wel verwant aan elkaar. Ze hebben een gemeenschappelijke voorouder. welke argumenten duiden op verwantschap tussen verschillende soorten
A
Overeenkomst in de bouw van organen
B
Overeenkomsten in de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen
C
Rudimentaire organen
D
A, B en C
Slide 48 - Quiz
Een mens, een mol, een arend en een walrus hebben een overeenkomstige bouw van armskelet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 49 - Quiz
Slide 50 - Slide
Wij mensen hebben rudimentaire organen. Welk van de volgende organen is rudimentair?