Grammatica - Onderwerp, werkwoordelijk gezegde, congruentiefouten

Nederlands
1Y
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
1Y

Slide 1 - Slide

Planning
- Leerdoelen

- Herhaling: congruentiefouten
- Aan de slag
- Afronden

Slide 2 - Slide

Leerdoelen


- Je weet wat congruentiefouten zijn en hoe ze ontstaan.

Slide 3 - Slide

Congruentie
= Wanneer het getal van het onderwerp en het getal van de persoonsvorm gelijk zijn.

= Er is een samenwerking tussen het onderwerp en de persoonsvorm.

Als een 'ik' iets uitvoert, zal de persoonsvorm zich vormen naar de 'ik'.
Dat geldt voor elk onderwerp wat iets uitvoert.
Ik denk, wij denken.


Slide 4 - Slide

Congruentie
 Bij een enkelvoudige zin (dus met maar één persoonsvorm), zul je zien dat het onderwerp en de persoonsvorm altijd naast elkaar zullen staan. 

Zij zijn de kern van de zin en geven dus ook de belangrijkste informatie.

Slide 5 - Slide

Congruentiefouten
Indien de persoonsvorm niet aansluit bij het onderwerp noemen we dit een congruentiefout.

Dit gebeurt vaak wanneer het lastig te bepalen is of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Een kudde schapen liepen langs de bosrand.
Een kudde schapen liep langs de bosrand.
Maar ook woorden als: media (mv), politie (ev), drugs (mv).

Slide 6 - Slide

Congruentiefouten
Let vooral op onderwerpen als:
Een groep met docenten
Een klas vol leerlingen
Een groot aantal werknemers
50 procent van de winkeliers

--> Deze onderwerpen staan allemaal in het enkelvoud.

Slide 7 - Slide

Is deze zin goed of fout geformuleerd:
Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Is deze zin goed of fout geformuleerd:
Een zwerm bijen achtervolgde de jongen.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Is deze zin goed of fout geformuleerd:
Volgens Van Gaal geeft de media een foute weergave van de gebeurtenissen.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Is deze zin goed of fout geformuleerd:
De helft van de aanwezigen verlieten de zaal voortijdig.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Is deze zin goed of fout geformuleerd:
Ook op het platteland worden
drugs veel gebruikt.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
Pak je agenda erbij.
Huiswerk voor 8 december 2022
Maken deel 3 + voortgangstoets -> zie studieplanner

Slide 13 - Slide