MBO top: Assertiviteit Opkomen voor jezelf 01-03-2023

Opkomen voor jezelf
1 / 39
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Opkomen voor jezelf

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Weten wie je bent, wat je wil, nodig hebt
In de praktijk of in je privé zal je regelmatig in situaties komen waarbij jouw belangen en behoeften botsen met die van een ander.
In dergelijke situaties kun je op drie manieren reageren:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

maar eerst: drie begrippen
agressief reageren
non-assertief reageren
assertief reageren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Je durft niet voor je eigen belangen en behoeften op te komen.
A
agressief
B
assertief
C
non-assertief

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Je wordt boos en valt de ander aan. Je verdedigt jezelf op een felle manier.
A
agressief
B
non-assertief
C
assertief

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Je komt op een zelfverzekerde en rustige manier op voor jezelf en je eigen belangen en behoeften. daarbij kwets je de ander niet en ontken of schaad je zijn belangen niet.
A
assertief
B
agressief
C
non-assertief

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Agressief zijn is:
  • Voor jezelf opkomen ten koste van anderen
  • Tot een conflict komen
  • Eigen belang
  • Niet naar de ander luisteren
  • De ander de schuld geven

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Non-assertief zijn is:
  • Je grenzen niet aangeven
  • Over je heen laten lopen
  • Niet zeggen wat je wilt of vindt
  • Doen wat anderen willen
  • Geremd en stil zijn
  • Bang voor ruzie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Assertief zijn:
  • Zelfverzekerd op een rustige manier
  • Opkomen voor jezelf
  • Opkomen voor je eigen belangen en behoeften zonder de ander te kwetsen
  • Of diens belangen te ontkennen of te schaden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Er is een vlaai te verdelen!

  • Non-assertief persoon: eet  jij maar zoveel je wilt, ik kijk wel wat er overblijft.
  • Een agressief iemand zal eerst nemen waar hij behoefte aan heeft en de restjes gaan naar de ander.
  • En wat doet de assertieve persoon?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een assertief iemand geeft aan hoeveel vlaai hij wil. De ander krijgt vervolgens de kans om dat ook te doen. Daarna gaan ze kijken of ze tot een verdeling kunnen komen die beide personen gelukkig maakt.

Hoe kun je non-verbaal non-assertief, agressief en assertief reageren in deze situatie?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stel....
Volgend jaar zijn er 2 heel gewilde stageplekken per klas te verdelen . Eigenlijk heeft iedereen uit de klas interesse in deze stageplekken.

Hoe reageert een non-assertief persoon, een agressief persoon en een assertief persoon?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk
voor jezelf op te komen?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Noem 1 voorbeeld waarbij jouw belangen en behoeften botste met die van een ander.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Assertief reageren is de beste manier van reageren. Het is belangrijk dat je kunt opkomen voor je eigen belangen.
Als je opkomt voor je eigen belangen, dan:
A
Blijft het contact goed met collega's, patiënten en de leidinggevende.
B
Houd je plezier in je werk en kun je ontspannen blijven.
C
Krijgen patiënten beter contact met jou, je collega's en hun familieleden .
D
Zet je jezelf op de eerste plaats boven het belang van de anderen.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Op welk niveau communiceer jij?
Niveau 1: weinig assertief
  • je kan moeilijk je eigen grenzen aangeven
  • je communiceert niet duidelijk over wat je vindt of wilt
  • je kan slecht negatieve feedback geven en positieve feedback ontvangen
  • je kan (of wil) geen rekening houden met de belangen van een ander
  • je geeft de ander geen ruimte voor het communiceren over zijn eigen belang

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Niveau 2:  basisassertiviteit
  • je geeft (indien er naar gevraagd wordt) je eigen standpunten weer en geef je eigen grenzen aan
  • je komt uit voor je eigen mening indien ernaar gevraagd wordt
  • je maakt duidelijk wanneer je het niet eens ben met je gesprekspartner
  • je maakt duidelijk wanneer je eigen grenzen worden overschreden (je durft bijvoorbeeld 'nee'te zeggen)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Niveau 3: proactieve assertiviteit
  • je komt spontaan met eigen standpunt, bewaakt en verdedigt op een respectvolle wijze je eigen belangen en grenzen.
  • je kiest eerder voor directe confrontatie en directe beïnvloeding. Jij probeert niet via een omweg je zin te krijgen.
  • je  brengt gevoelige of negatieve boodschappen duidelijk en direct
  • je komt uit eigen beweging met standpunten naar voren die afwijken van die van uw gesprekspartner
  • je kunt luisteren naar tegenargumenten, weerstand en kritiek bij de verdediging van je voorstellen
  • je heb genoeg flexibiliteit in de discussie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

vervolg niveau 3
  • je komt uit eigen beweging met standpunten  naar voren die afwijken van die van uw gesprekspartner
  • je kunt luisteren naar tegenargumenten, weerstand en kritiek bij de verdediging van je voorstellen
  • je heb genoeg flexibiliteit in de discussie

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Niveau 4: assertief kunnen blijven in emotionele en/of kritische situaties
  • je aanvaardt kritiek op je standpunt, gedrag of acties en reageert er opbouwend op, ook als u onder druk gezet wordt om het standpunt van de tegenstaander over te nemen 
  • je bespreekt meningsverschillen uit jezelf zonder het conflict uit de weg te gaan
  • je gaat op een juiste manier om met onaangepaste reacties, verbale agressie en bedreiging, ook als je onder druk staat
  • je verwerpt onaanvaardbare voorstellen op een respectvolle, doch besliste manier

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bespreken van de niveaus
In tweetallen: leg aan de ander uit welk niveau jij nu beheerst en leg aan de hand van de punten uit waarom. Je doet dit allebei.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

koffiepauze

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Je staat in de rij bij kassa. een oud vrouwtje kruipt voor. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Je loopt over het zebrapad en een auto wacht op jou en is erg ongeduldig. Hij toetert en duwt zijn auto naar voren.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Je vriend(in) post een foto van jullie op Insta waarop jij niet leuk staat.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Het is druk op je stageplek. 
Je stagebegeleider laat een collega die eigenlijk niets heeft gedaan op pauze gaan terwijl jij eigenlijk nu pauze zou hebben.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Je staat in de rij bij Mc Donalds. Degene die je moet helpen staat al 5 minuten de kletsen  met zijn collega.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Je moet van je stagebegeleider steeds dezelfde rotklus doen. Je hebt een gesprek met je stagebegeleider en hij vraagt of je nog iets wilt bespreken.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Je hebt een nieuw spel gekocht bij de Mediamarkt. Je wilt het verzegeld spel ruilen. De persoon bij de klantenservice neemt het niet terug omdat er een krasje op het hoesje zit.


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Je vriendin heeft de afspraak om samen te shoppen afgezegd omdat ze ziek is. Je komt erachter dat ze met iemand anders naar de stad is.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Welke tips kun je Lukas geven op beter voor zichzelf op te komen?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Zo vergroot jij je assertiviteit
Tip 1. Ga uit van je eigen kracht en waarde.
Tip 2. Vraag om wat je wil: anderen kunnen geen gedachten lezen.
Tip 3. Spreek in de ik-vorm. Door in de ik-vorm te praten, voorkom je dat je anderen veroordeelt of bekritiseert.
Tip 4. Wat andere van je denken, gaat jou niets aan.
Tip 5. Wees duidelijk, maak zo concreet mogelijk duidelijk wat je voelt en denkt zonder de ander te kwetsen.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

vervolg tips
Tip 6. Geloof wat je zegt
Tip 7. Vat het niet persoonlijk op: om assertiever te worden moet je het probleem rationeel en zakelijk kunnen beschouwen en daarna een helder antwoord formuleren.
Tip 8. Let op je lichaamshouding.
Tip 9. Oefening baart kunst

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 38 - Video

Is hier sprake van assertief gedrag?
Heel veel succes!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions