What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Procenten
Winkelen
Shoppen met korting
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
26 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Winkelen
Shoppen met korting
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Vraag:
Heb jij weleens iets gekocht waar je later spijt van had?
timer
1:30
Slide 6 - Slide
Lesdoel
Ik kan
50%
en
25%
b
ereken
van 6 getallen.
Slide 7 - Slide
Woordbegrip
Procenten(%)
Een deel van het hele getal.
Slide 8 - Slide
Waarom?
Om te weten of je genoeg geld hebt om iets te kopen, is het handig om te weten hoeveel procent eraf gaat.
Slide 9 - Slide
Hoe?
Bedenk eerst wat het hele getal is(100%), rekenen dan de helft uit(50%) en als laatste een kwart(25%)
Slide 10 - Slide
Woordbegrip
100%
Het hele getal.
Slide 11 - Slide
Woordbegrip
50%
De helft van het hele getal.
Slide 12 - Slide
Woordbegrip
25%
Een kwart van het hele getal.
Slide 13 - Slide
Waar kom je het tegen?
Slide 14 - Slide
Voorbeeldsom
Meester Vincent heeft 20 broeken.
50% ligt in de was. Hoeveel broeken zijn dat?
Slide 15 - Slide
Voorbeeldsom
Juf Irene heeft 60 planten thuis.
50% heeft zij al water gegeven. Hoeveel planten moet zij nog water geven?
Slide 16 - Slide
Voorbeeldsom
Juf Karina heeft 40 boeken thuis.
50% heeft zij al uitgelezen. Hoeveel boeken moet zij nog lezen?
Slide 17 - Slide
Voorbeeldsom
Juf Jet heeft 80 ijsjes in de winkel.
50% heeft zij al verkocht. Hoeveel ijsjes kan zij nog verkopen?
Slide 18 - Slide
Voorbeeldsom
Juf Ellen moet 100 woorden zoeken in een woordzoeker.
50% heeft zij al gevonden. Hoeveel woorden moet zij nog?
Slide 19 - Slide
Voorbeeldsom
Melissa geeft een feestje. Zij heeft 400 mensen uitgenodigd.
25% heeft gezegd dat zij komen. Hoeveel mensen zijn dat?
Slide 20 - Slide
Voorbeeldsom
De Weerklank heeft 800 potloden besteld.
25% is al binnen. Hoeveel potloden zijn dat?
Slide 21 - Slide
Voorbeeldsom
Sjoerd heeft 120 kratten met boodschappen in zijn bestelbus.
Hij heeft al 25% bezorgd. Hoeveel kratten zijn dat?
Slide 22 - Slide
Voorbeeldsom
Marlies verzameld postzegels. Zij heeft er 160.
25% komt uit een ander land. Hoeveel postzegels zijn dat?
Slide 23 - Slide
Voorbeeldsom
Het is vakantie! 440 mensen staan op Schiphol.
25% gaat naar Spanje. Hoeveel mensen gaan er naar Spanje?
Slide 24 - Slide
Samenwerkopdracht
Slide 25 - Slide
Werkblad
40 --> 100%, 50%, 25%
80 --> 100%, 50%, 25%
100 --> 100%, 50%, 25%
120 --> 100%, 50%, 25%
280 --> 100%, 50%, 25%
440 --> 100%, 50%, 25%
660 --> 100%, 50%, 25%
1000 --> 100%, 50%, 25%
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Les 2: Procenten
September 2022
- Lesson with
10 slides
ECONOMIE LEERJAAR 2 (AVONDMAVO)
Secondary Education
Handig rekenen met hoofdbewerkingen
27 days ago
- Lesson with
39 slides
Mavo
Wiskunde
+1
Secundair onderwijs
Procenten
January 2019
- Lesson with
29 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Een percentage berekenen
January 2019
- Lesson with
16 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
L110: Delers en veelvouden - negatieve getallen
February 2023
- Lesson with
14 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
Een getal berekenen met procenten
January 2019
- Lesson with
18 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
CITO M5 - deel 1
January 2023
- Lesson with
30 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 5,6
PRO Herhaling N2/N3
March 2024
- Lesson with
11 slides
Kok
MBO
Studiejaar 1