IB15 31-10

Welkom
Donderdag 31 oktober
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal Onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom
Donderdag 31 oktober

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Nieuws
Link - 7.3 + 5.2 
Pauze
Huiswerk
Grammatica
Lezen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

8

Slide 3 - Video

This item has no instructions

00:46
In Amerika zijn verkiezingen.
Wat kiezen ze?
A
Een koning
B
Een president
C
Een docent

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

01:03
Hoeveel partijen doen mee?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

01:20
Wie gaat winnen?
A
Trump heeft meer kans
B
Harris heeft meer kans
C
Ze hebben allebei evenveel kans

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

01:46
Economie is erg belangrijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

02:01
Wie wil strenge regels voor abortus?
A
Trump
B
Harris

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

02:19
Harris is beter voor immigranten
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

03:10
Trump en Harris praten aardig over elkaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

03:26
Wanneer zijn de verkiezingen?
A
Dinsdag
B
Volgende week dinsdag
C
Vorige week dinsdag

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Link
Groep 1: 
  • online: 7.4 + Quizlet
  • praktijkopdracht
  • opdr. 2 + 4
Groep 2:
  • tekst 5.3 
  • opdracht 2 + 3 + 4 
  • online: 5.3 + Quizlet
  • Fahd: lezen DigLin+:
  • Lezen 4 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Pauze
timer
15:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lezen
Ad Appel - tekst 7: 
  • Kutaiba
  • Kashifa
  • Sheila
  • Khalel
  • Fahd (tekst 8)
Paul en Paula - tekst 4:
  • Zyad
  • Ammar
  • Eiiad
  • Salma
  • Sergio
  • Abdullahi
  • Nour

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Grammatica
  • ik 
  • jij
  • hij/zij
  • wij
  • jullie
  • zij
werk
werk
werk
werk
werk
werk
werk
+t
+t
+en
+en
+en
+t
  • ik werk 
  • jij werkt
  • hij/zij werkt
  • wij werken
  • jullie werken
  • zij werken
  • u werkt

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Grammatica
Wij reizen naar huis. 
Ik reis naar Ibiza. 

Jullie geven een feestje. 
Hij geeft een kado. 
Zij wachten op de bus. 
U wacht op mij. 

Wij zwemmen in de zee. 
Zij zwemt graag. 

Zij spelen een spel. 
Ik speel voetbal. 


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Grammatica
www.nt2taalmenu.nl 

  • niveau A1 
  • Grammatica
  • Werkwoorden

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

zijn
  • ik
  • jij
  • hij/zij
  • wij
  • jullie/zij
ben 
bent
is
zijn
zijn
bent
Ik ben docent. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  • Online 7.4 klaar
  • Quizlet: thema 7, taak 4

  • Online 5.3 klaar 
  • Quizlet thema 5, taak 3

  • Online: Grammatica -  2.6 het werkwoord 'zijn'

Slide 19 - Slide

Huiswerk voor 15-4
Terugkijken
zin
huiswerk
woord
oefening
niet goed
compliment
trots
belangrijk

Slide 20 - Slide

Dit kunnen ze zelf, en kunnen ze ook prima aan jou uitleggen.

Ze hebben soms alleen hulp nodig met het woord van het bord lezen. Meestal komen ze dan wel op een goede vraag. (De vragen liggen niet vast, maar wel redelijk voor de hand.)
Dat hoeft niet eens helemaal Nederlands te zijn wat mij betreft. Als ze maar lekker aan het nadenken zijn over de les.
Meestal laat ik ze 10 minuutjes samen praten en doe dan nog een paar vragen klassikaal.