Veel beeldspraak berust op een overeenkomst tussen OBJECT en BEELD. Er wordt een vergelijking gemaakt met iets.
Vergelijking: Hij (object;werkelijkheid) heeft een hoofd als een meloen (beeld).
Bij een vergelijking wordt zowel het object als het beeld genoemd.
Om metonymie beter te begrijpen, volgt er eerst uitleg over de metafoor.