Waarneming en gedrag hh BS3

WAARNEMING EN GEDRAG
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WAARNEMING EN GEDRAG

Slide 1 - Slide

Planning waarneming & gedrag
Vandaag: herhaling basisstof 3 
Dinsdag: basisstof 4 (het zenuwstelsel)
Vrijdag 12 april: basisstof 5 (gedrag)
Dinsdag 16 april: herhaling
Vrijdag 19 april: PROEFWERK

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Thema 5 waarneming en gedrag
Basisstof 3: oren en ogen

Slide 4 - Slide

Leerdoel
 Je kunt de delen van een oor benoemen met hun taak.
Je kunt de delen van een oog benoemen met hun taak.

Slide 5 - Slide

Geluid is trillende lucht.
De weg in je oor :
Oorschelp -> 
Gehoorgang -> 
Trommelvlies -> Gehoorbeentjes -> 
Slakkenhuis

Slide 6 - Slide

Buis van Eustachius
Verbindt oor met keelholte
Door slikken of gapen gaat hij open en kan er lucht doorheen

Slide 7 - Slide

De ogen

Slide 8 - Slide

Het witte gedeelte van je oog
Doorzichtig vlies aan de voorkant van de iris en pupil
Het witte gedeelte van je oog
Haren boven je ogen die zweet en vuil tegenhoud
Haren bij je ogen die ook zweet en vuil tegenhouden die de wenkbrauwen niet konden tegenhouden
Ooglid is een stuk huid waarmee je kunt knipperen. 
Knipperen is om uitdroging van het oog tegen te gaan.
Ook hebben wij een ooglid om dingen van buitenaf tegen te houden.
Pupil is de opening in de iris
Iris is het gekleurde gedeelte van het oog

Slide 9 - Slide

Oogspieren zorgen voor de beweging van de oog

Slide 10 - Slide

Vlies met veel bloedvaten, dat zorgt voor voeding van een groot deel van het oog
Het vlies waar de zintuigcellen in liggen, deze vangen de prikkels op en zetten ze om in impulsen
De geleiachtige massa in het oog
Plaats in het centrum van het netvlies, waarmee je het scherpst met je zintuigcellen kunt zien
Plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat en waar geen zintuigcellen liggen
Onderdeel van het oog dat impulsen van het netvlies naar de hersenen geleidt.
Lens: Onderdeel van het oog dat zich achter de iris en de pupil bevindt en dat ervoor zorgt dat je scherp kunt zien

Slide 11 - Slide

Bijziend
Iemand die alleen van dichtBIJ kan zien. Voor de verte wordt er gecorrigeerd met een holle lens.

Slide 12 - Slide

Verziend
Iemand die alleen in de VERte kan zien. Voor dichtbij wordt er gecorrigeerd met een bolle lens.

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van 5.3: oren en ogen.
Gebruik je boek vanaf bladzijde 92.
Klaar? Maak de test jezelf van basisstof 3 (voldoende)

Dit is huiswerk voor dinsdag.


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide