What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H4 Woche 43
H4 Woche 43
Die Modalverben
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H4 Woche 43
Die Modalverben
Slide 1 - Slide
die Modalverben
Slide 2 - Slide
Modalverben
Üben mit
Slide 3 - Slide
Wat zijn Modalverben?
Dit zijn werkwoorden die in een zin aangeven met welk gevoel iets gebeurt.
In het Duits zijn dit de woorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen.
Slide 4 - Slide
Opdracht 1
Wat weet je nog?
Slide 5 - Slide
Wat betekent dürfen ?
Slide 6 - Open question
Wat betekent können ?
Slide 7 - Open question
Wat betekent mögen ?
Slide 8 - Open question
Wat betekent möchten ?
Slide 9 - Open question
De tweede letter verandert naar welke letter?
dürfen, können, mögen
Dure konijnen mogen aaien
A
i
B
u
C
e
D
a
Slide 10 - Quiz
De tweede letter van het werkwoord müssen verandert ook.
Naar welke?
Mus uitlaten
A
a
B
u
C
i
D
e
Slide 11 - Quiz
Opdracht 2
Zoek de goede vorm
Slide 12 - Slide
Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?
A
könnst
B
kanst
C
kannst
D
kan
Slide 13 - Quiz
Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet
Slide 14 - Quiz
Weißt du, ob er Spinat ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt
Slide 15 - Quiz
Herr Lehrer, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt
Slide 16 - Quiz
Er ....... (dürfen) bis 12 Uhr ausgehen.
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürf
Slide 17 - Quiz
Ich will etwas für euch kaufen. ...... (mögen) ihr Gummibärchen?
A
magt
B
mögt
C
mögen
D
mag
Slide 18 - Quiz
Opdracht 3
Zet elk werwoord op de juiste plek
Slide 19 - Slide
Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag
Slide 20 - Drag question
Opdracht 4
Zet elk werkwoord op de juiste plek
Slide 21 - Slide
ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
möchtest
möchte
möcht
möchten
möchtet
möchte
Slide 22 - Drag question
Hip hip Hurraa!
Du bist Großartig! Gut gemacht!
Slide 23 - Slide
Wat is het verschil in betekenis tussen 'müssen' en 'sollen'?
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Aufgabe 8-10 (Seite 63)
Fertig? Mach Aufgabe 3 & 4 (Seite 59-60)
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Modalverben
June 2021
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Modalverben flex H23
September 2022
- Lesson with
47 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
H4_Modale werkwoorden (t.t en v.t)
June 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H4 Woche 47 Modalverben + Konjunktiv II + Lektion 2
November 2022
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Modalverben
September 2023
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3,4
Modalverben
June 2022
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Modalverben
May 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Modalverben
May 2024
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1