1.1 Cultuur en Identiteit

1.1 Cultuur en Identiteit
1 Cultuur en identiteit
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.1 Cultuur en Identiteit
1 Cultuur en identiteit

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Als mensen lang met elkaar samenleven dan ontwikkelen ze een gezamenlijke cultuur
Cultuur
Onder cultuur verstaan we alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken van een groep.

Slide 3 - Slide

Voorbeelden van cultuur
  • Handgeven bij ontmoeting
  • Nederlands praten
  • In de ogen aankijken bij een gesprek
  • Respect hebben voor elkaar
  • Dodenherdenking
  • Kerstmis
  • Elk land heeft zijn eigen cultuur

Slide 4 - Slide

Dominante cultuur
Dominante cultuur tegenover subcultuur. 
Iedereen hoort bij de dominante cultuur en bij meerdere subculturen
Dominante cultuur
De cultuur van de meerderheid van de mensen in een samenleving
subcultuur
is een groep mensen met waarden, normen en cultuurkenmerken die gedeeltelijk afwijken van de dominante cultuur.

Slide 5 - Slide

Veel cultuurverschillen tussen mensen hebben te maken met de volgende factoren:
- Stad en platteland
- Inkomen en maatschappelijke positie
- Land van herkomst van jou of je (voor) ouders
- Leeftijd
- Mannen en vrouwen (rolpatronen)
- Godsdienst

Slide 6 - Slide

Cultuurverschillen uitgelegd
Stad en platteland --> Stad is meer anoniem in dorpen vindt meer sociale controle plaats
Inkomen en maatschappelijke positie --> Rijke mensen gedragen zich anders dan armere mensen
Land van herkomst van jou of je ouders --> andere tradities, eten enz
Leeftijd --> Kleding, muzieksmaak eten is anders dan bij je opa/oma
Mannen en vrouwen --> Hoe mannen en vrouwen zich moeten gedragen is anders. Mannelijke hobbies/interesses. Ook wel rolpatronen (hoe dien je je te gedragen)
Godsdienst --> Andere geloven hebben andere rituelen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Leg uit waarom je in de stad meer individuele vrijheid hebt dan op het platteland

Slide 9 - Open question

persoonlijke identiteit:
smaak, karakter, talent
sociale identiteit. Je verbondenheid met de groep

Slide 10 - Slide

Internalisatie & identiteit:
Internalisatie:
Aangeleerde normen & waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden. 
Je denkt er niet meer bij na. 

Identiteit:
Is de persoon die jij bent, gevormd door al je kenmerken en je ervaringen. 

Slide 11 - Slide





Is je karakter aangeboren of aangeleerd?

Slide 12 - Slide

Een 'klik' hebben met iemand
  • Als je met iemand omgaat waarmee je een 'klik' hebt, dan noemen we dat identificatie

  • ''Dat je bepaalde kenmerken van jezelf herkent bij de ander''.

Slide 13 - Slide

Mensen zijn uniek, maar horen ook altijd bij een groep.
Limburgers zijn een groep, net als katholieken, of
PSV-supporters. Bij groepsidentificatie voel je je verbonden met een groep mensen, omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt. In een groep ontstaat een wij-gevoel: het gevoel dat je bij elkaar hoort. Maar met ‘wij’ kan je ook mensen uitsluiten: ‘zij’. Uitsluiting betekent dat je er niet bij hoort.




Slide 14 - Slide

Mensen zijn uniek, maar horen ook altijd bij een groep.
Limburgers zijn een groep, net als katholieken, of
PSV-supporters. Bij groepsidentificatie voel je je verbonden met een groep mensen, omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt. In een groep ontstaat een wij-gevoel: het gevoel dat je bij elkaar hoort. Maar met ‘wij’ kan je ook mensen uitsluiten: ‘zij’. Uitsluiting betekent dat je er niet bij hoort.




Slide 15 - Slide