Herhaling les H1 t/m 5 taalverzorging NN

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Stil lezen

- Ga zitten volgens de plattegrond

- Pak je leesboek

- 10 minuten in stilte lezen

Programma van deze les

- Opstarten (5)

- Stil lezen (10)

- Terugblik (5)

- Uitleg + controlevragen (25)

Afsluiting (5)

Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin: Van de week zijn wij vertrokken naar Indonesië

1. Van de week
2. zijn
3. vertrokken
4. wij

Wat is het OW in de volgende zin: Van de week zijn wij vertrokken naar Indonesië

1. Van de week
2. naar Indonesië
3. wij
4. vertrokken

Wat is het GEZ in de volgende zin: Van de week zijn wij vertrokken naar Indonesië

1. wij
2. zijn
3. zijn vertrokken
4. zijn vertrokken naar Indonesië

Wat is/zijn de ZN in de volgende zin: Hans en Grietje zijn opgegeten door de grote boze wolf

1. Hans/zijn/boze
2. Hans/Grietje
3. Hans/Grietje/boze/wolf
4. Hans/Grietje/wolf

Bedenk een ZN waar je geen lidwoord voor kunt zetten

Wat is het meervoud van horloge?

1. horloges
2. horloge's

Wat is het meervoud van golf?

1. golfen
2. golven

Wat is het meervoud van kruis?

1. kruisen
2. kruizen

Wat is het meervoud van hobby?

1. hobby's
2. hobbys
3. hobbies

Wat is een mannelijk verwijswoord

1. haar
2. zij
3. hem

Wat is een onzijdig verwijswoord?

1. het
2. haar
3. hem

Wat is een vrouwelijk verwijswoord?

1. haar
2. zijn
3. het