24 nov both, every herhaling

Welcome B3A
English class
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welcome B3A
English class

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  1. Ga gelijk op je plek zitten.
  2. Leg je spullen op tafel (boeklaptop dicht, & pen)
  3. Wij gaan lekker actief aan de slag.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Warming up activity: Strange news
  1. Aandachtig luisteren.
  2. Geef antwoord op de vragen:
       - Waar ging het 3 nieuwsberichten erover?:
       - Wat is zo bijzonder/anders eraan?
      

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
  • Both, each, all, every, none
  • beide / allebei
  • elke
  • alle
  • iedere
  • geen / niet een

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
By the end of class:
  1. I know how to use both, each, all, every, none in a sentence. 
  2. I can listen for specific information in listening fragment 
Planning:
 1. Both, each etc uitleg filmpje.
2. Schema & oefening
3. Luiseteroefening
4. zelfstandigwerken
5. Afronding

Slide 5 - Slide

Positieve verwachtingen uitspreken:

Both, each, all, every, none

Bekijk de volgende uitleg filmpje (2 min).
Daarna gaan wij oefenen..........

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Both, each, all, every, none oefening maken
  • 1e. Schema invullen en nakijken
  • 2e. oefening maken
  • Individueel --> 5 minuten in stilte
  •          Duo's --> antwoorden bespreken
  • Tijd: 15 minuten 
  • Hulp: grammar 7 blz. 39 TB, docent
  • Klaar?: grammar 7 oefenen op slimstampen
  • Resultaat: klassikaal nakijken

Slide 7 - Slide

tijdover? English essential oefenen
Nabespreking
A
  1. both
  2. all
  3. both
  4. both
  5. each
  6. none
  7. every
  8. all

B
  1. both
  2. all
  3. both / each
  4. each
  5. every
  6. none
  7. each
  8. both
  9. all
10. each


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent:
both, each, all, every, none?
1. They both received a diploma.
2. Each Sunday Rob goes walking in the park.
3. All countries have a flag.
4. Josh plays basketball every Wednesday.
5. None of the students did the homework.
  1. beide
  2. elke
  3. alle
  4. iedere
  5. geen/niet een

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Listening skills
Nu luistervaardigheid oefenen
Gericht luisteren
Titel: Dumb criminals

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Notice
Opg. 16 blz. 58 maken
  1. Een aantal computers
  2. Contact opnemen met de politie via de gegeven link.
  3. Hoeveel vergoeding er staat voor een tip.
  4. Ze is er niet blij mee, omdat het een serieus onderwerp is.

timer
5:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Dumb criminals
- Luisteren en opg. 17 blz. 58-59 maken
- Gericht luisteren naar specifieke informatie

  1. rond acht uur ‘s avonds
  2. 01289 487500
  3. 50
  4. 3 dagen
  5. Rory
  6. Mr Jacobs

Slide 12 - Slide

hfd 3 G listening opg 17 
Zelfstandigwerken
What: Choose what you want to work on:
  1. Ch 3 Extra oefenen Vocabulary B of C, stone 5 slimstampen 
  2. Ch 3 Extra oefenen Grammar 7 (both, each etc) slimstampen
  3. Ch 4 Extra oefenen  8 slimstampen (word order)
  4. English Essential
How: Individually
Help: raise your hand
Results: I'll check online

Slide 13 - Slide

tijdover? English essential oefenen
Terugkijken naar de les
  • Schrijf 3 dingen op die je hebt geleerd &
  • een vraag over iets dat nog moeilijk/onduidelijk is.
  • Evaluatie: hoe is de les gegaan
  • Engels digitaal: English essential elke week 3x R + L oefenen!
  • SO volgende week vrijdag
  • HW: leren en oefenen voor SO

Slide 14 - Slide

Ik ga een paar vragen stellen: iedereen denk voor 10 a 20 seconden voor zichzelf na. Ik kies zelf mensen uit.

BOTH
  • Both betekent beide / allebei
  • Je gebruikt both bij twee personen, dieren of dingen.
  • Bij both staat het zelfstandig naamwoord in het meervoud

Both burglars were taken to the police station.
Emma feeds both cats at the same time.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

EACH
  • Each betekent elke
  • Je gebruikt each bij twee of meer pers., dieren of dingen.
  • Bij each staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud
  
       Tenzij each gevolgd wordt door: of

She wore bracelets on each arm 
The trainer gave each dog a treat.
Each of the criminals were facing death row

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

ALL / EVERY / NONE
  • All / every / none gebruik je bij 3 of meer personen, dieren of dingen.
  • All betekent alle / allemaal.   
  • Every betekent iedere                   !maar kan je nooit gebruiken bij meervoud!
  • None betekent geen / niet één.

The suspect admitted to all charges
There was police on every corner (enkelvoud)
None of the missing money was recovered

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

EACH vs EVERY
  • Each  gebruik je om nadruk te leggen op individuele dingen.
  • Every gebruik je om nadruk te leggen op het geheel. 
       Every wordt vaak gebruikt bij uitdrukkingen van tijd

Each of the students received a prize. 
The detective knows every criminal (enkelvoud) in town. 
Every year, my mother prepares the Christmas diner

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

24 nov both, every herhaling

Slide 19 - Slide

This item has no instructions