HEJ 3K/T Cursus taal §2 Ironie

Welkom klas 3K/TL
Cursus 4: TAAL
 §2 Ironie

Ga zitten volgens de plattegrond. 
Lees tekst 1 op blz. 94-95
timer
7:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom klas 3K/TL
Cursus 4: TAAL
 §2 Ironie

Ga zitten volgens de plattegrond. 
Lees tekst 1 op blz. 94-95
timer
7:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • Je leert ironie herkennen. 
  • Je kan woordgrapjes herkennen in geschreven en gesproken taal. 
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Planning vandaag
  • Herhaling: waar komen
     woorden vandaan?
  • Video: ironie
  • Samen oefenen 
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Herhaling §1 - Begrippen
Etymologie: herkomst en geschiedenis van een woord.
Germaans: de taal die werd gesproken door volkeren en stammen die woonden in Scandinavië. 
Latijn: de taal die vroeger door de Romeinen gesproken werd en die in de middeleeuwen in Europa de schrijftaal was.

Veel Europese talen kennen hun oorsprong in Latijn

Slide 5 - Slide

Woorden in verschillende talen die op elkaar lijken

Hoe kan dat?

Veel Europese talen kennen hun oorsprong in het Latijn. Latijnse woord voor huiskat is bijvoorbeeld: cattus.

Kat --> Duits; katze, Engels;cat, Pools; kot, Frans; chat

Slide 6 - Slide

Leenwoorden
Woorden die we overnemen (hebben geleend) vanuit een andere taal. 

Denk aan: 
Bureau --> Frans
Schnitzel --> Duits
Make-up --> Engels

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Ironie
Vorm van spot, waarbij je het tegenovergestelde zegt van wat je bedoelt. 

Letterlijk:  'Je hebt een vier gehaald, dat is wel erg slecht.'
Ironisch: 'Je hebt een vier gehaald, dat is een bijzondere prestatie.'

Slide 9 - Slide

Maak er een ironische zin van.
'Ik vind dat je te lang hebt gewacht met terugbetalen.'

Slide 10 - Open question

Maak er een ironische zin van.
'Je bent wel erg stil tijdens de les, laat wat meer van je horen.'

Slide 11 - Open question

Maak er een ironische zin van.
'De broodjes in de kantine zijn echt niet lekker.'

Slide 12 - Open question

Wat?
TL -  Opdracht 1,2, 3 & 5 (blz. 94-95)
Hoe?
Je mag zachtjes overleggen. Lukt dit niet dan werk je alleen en in stilte.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Maak je quiz over leenwoorden af!
Opdrachten maken
timer
10:00

Slide 13 - Slide